Kopstukken

Jean-Joseph Lataste (1832-1869)

e apostel van de gevangenissen’ werd in juni 2012 zaligverklaard en kreeg 5 september als feestdag. Peter Wols o.p. schreef een uitgebreide levensbeschrijving van de stichter van de Dominicanessen van Bethanië, die hieronder als pdf te downloaden is.

Op 15 september 1832 wordt Alcide Lataste geboren in het wijnbouwstadje Cadillac, nabij Bordeaux. Het gezin van Vital Lataste en Jeanne Grassiet telt zeven kinderen met Alcide als de jongste. Vader bezit enkele wijngaarden en heeft een groothandel en winkel in stoffen. Omdat Alcide erg zwak is, besteden zijn ouders hem uit aan Anne Neveu in Loupiac.

Hij wordt beter en kan in 1836, als kind van 4 jaar, terug naar Cadillac. Tijdens zijn eerste vorming op school vertelt hij zijn moeder dat hij priester wil worden. Zijn ouders sturen hem in 1841 naar het kleinseminarie in Bordeaux. Maar hij heeft heimwee en weet ook geen raad met zijn puberteitsgevoelens Hij ervaart dit als een belemmering om priester te worden. Dan zenden zijn ouders hem naar het college in Pons met een opleiding voor een wereldlijke baan.

In 1850 rondt hij zijn studie af: hij is achttien jaar. Na een jaar in Cadillac, solliciteert hij naar een baan bij de belastingdienst. Hiervoor moet hij stageplaatsen doorlopen. Het gaat hem goed af. Op 14 februari 1853 wordt hij aangesteld als hulpinspecteur in Privas, waar hij zich aansluit bij de Vincentiusvereniging. Hij besteedt vrije tijd aan huisbezoek en geeft conferenties aan soldaten.

Hij ontmoet de zestienjarige Léonide-­Cécile de Saint Germain en wordt smoorverliefd. Vader Lataste heeft bezwaren: Alcide is twintig en het meisje zestien: dat is te jong voor een huwelijk en er is ook geen financiële basis. Achter Alcide om regelt vader op 11 september 1853 een overplaatsing naar Pau, ver van Privas. Het afscheid van Léonide grijpt hem aan, maar hij blijft trouw aan het gezag van zijn vader. Hij beleeft deze beproeving in geloof en gebed en vraagt God om duidelijkheid wat hem te doen staat.

Op 14 oktober 1855 overlijdt zijn zus, zuster Chrescentien, aan verlammingen. Op 16 oktober overlijdt zijn pleegmoeder. Op 17 november overlijdt zijn geliefde Léonide aan tyfus. Alcide is kapot. Hij volgt in Pau een retraite, gepreekt door drie dominicanen. In januari 1856 schrijft hij aan een vriend dat hij wil kiezen of voor het religieuze leven, of voor een toegewijd celibatair leven ten gunste van de armen.

Lees de volledige levensbeschrijving in het als pdf te downloaden artikel van Peter Wols o.p.: jean-joseph lataste biografie

Klik hier voor meer kopstukken uit de dominicaanse geschiedenis. Of schrijf mee!

Meer weten over de dominicanessen van Bethanië?