In memoriam

Mary Grohmann (1922-2016): haar leven deed ertoe

k doe ertoe.’ Zo luidde het levensmotto van lekendominicaan Mary Grohmann. Vorige week donderdag, 17 november, overleed zij in haar huis in Overpelt (België). De afscheidsviering vond op 22 november plaats in het crematorium in Weert. Haar medebroeders Jan van Hooydonk en Gerard van Etten schreven dit in memoriam.

Mary Grohmann o.p., 1922-2016. Foto Mirjam Lemmens.

De Dominicaanse Lekengemeenschap nam vandaag in grote dankbaarheid afscheid van een markante, fiere en wijze vrouw. Een vrouw met een zeer bewogen levensgeschiedenis.

Mary Grohmann werd op 31 januari 1922 geboren in Berlijn als kind van een Duitse moeder en een onbekend gebleven zwarte vader. Donkere wolken pakten zich boven haar samen met de komst in het gezin van een gewelddadige stiefvader.

Alsof dat al niet erg genoeg was, kwam in 1933 Hitler aan de macht. Als ‘niet-Ariër’ onderging de jonge Mary een stroom van beledigingen en vernederingen en werd haar, een leergierig en intelligent kind, de toegang tot de middelbare school ontzegd.

Ze ontvluchtte dit bestaan door zich aan te sluiten bij een groep kermisartiesten in Zweden. Daar trad ze onder de naam Mouana op als acrobatische danseres. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog ontmoette ze in een Berlijnse schuilkelder een Nederlandse dwangarbeider; haar huwelijk met hem duurde tot haar grote verdriet maar kort. Het bezorgde haar wel de Nederlandse nationaliteit.

Mary was als kind luthers gedoopt maar werd naar eigen zeggen ‘volkomen areligieus en onkerkelijk’ opgevoed. Met religie had zij zich nooit ingelaten tot zij, ziek van de scheiding, tot tweemaal toe een intense religieuze ervaring had. ‘Je bent in Gods hand’, zo ervoer ze. ‘Voor het eerst voelde ik: het is belangrijk dat ik besta, het doet ertoe dat ik er ben.’

Ze sprak over haar ervaringen met een geestelijke in het ziekenhuis en trad toe tot de katholieke kerk. Niet vanwege de leer, maar vanwege de liturgie: ‘Dat ik samen vier met mensen die zoals ik geloven dat er iets groter is dan wijzelf, iets dat je daarom wilt aanbidden’.

Ze verhuisde van Nederland, eerst naar Denemarken, toen naar Zweden. De ontmoeting met dominicanen en dominicanessen in dat land was beslissend voor haar verdere levensloop. Met hun hulp kon zij in Zwitsersland orthopedagogiek studeren.

In 1947 legde zij daar haar professie als lid van de Derde Orde van Sint Dominicus. Van 1955 tot 1972 woonde zij in de Verenigde Staten. Ze studeerde er psychologie, promoveerde tot doctor aan de universiteit van Saint Louis en was directeur van de psychologische dienst van de staat Kansas.

In 1972 vestigde ze zich opnieuw in Nederland. Ze werd wetenschappelijk medewerker aan de Nijmeegse universiteit, medewerker van het Han Fortmann Centrum, kreeg steeds meer cliënten in therapie die priester of religieus waren en werd zeer actief in de Nijmeegse Dominicusparochie.

In deze tijd ook ontmoette Mary Mirjam Lemmers, het lievelingsnichtje van de dominicaan die lang geleden in Stockholm haar steun en toeverlaat was geweest. Mirjam werd haar huisgenote, een vriendin en dominicaanse geestverwant.

Binnen de Dominicaanse Lekengemeenschap gaf Mary wat zij kon, namelijk zichzelf met haar inzichten en wijsheid. Ze genoot van contacten met mensen en bleef tot het niet meer ging intensief betrokken op de grote wereld.

Dagelijks las ze digitaal kranten uit verschillende landen. In een gesprek over zingeving zei Mary: ‘Ik voel me ingebed in een zinvol leven. Dat heeft niets te maken met dat ik zoveel goede dingen doe of bewust voor anderen leef. Het heeft te maken met een innerlijk weten dat het ertoe doet dat ik leef. Ik heb geleerd dat je een belangrijke factor kunt zijn in het leven van anderen zonder dat je je ervan bewust bent.’

God een Vader? Dat was voor haar begrijpelijkerwijs geen optie. En Moeder ook niet. Mary noemde God daarom het liefste ‘Iets’. ‘Iets gaat voor voorbij aan alle beelden die we van God kunnen maken.’ Haar favoriete gebed was daarbij niet: ‘God – of Iets – help mij’, zo vertelde ze ook, ‘maar ik bid: “Hier ben ik”.’

‘Hier ben ik’: tot het laatst toe door Mirjam met zorg en zusterschap omringd werd het leven van Mary Grohmann op 17 november 2016 voltooid. Zij die ongeborgenheid heeft gekend, moge nu geborgen zijn in de onmetelijke ruimte van geborgenheid die God is.

Zij die nabestaan zullen intussen blijven getuigen: Mary’s leven deed er alles toe. Haar gedachtenis zij tot zegen.

*

Gerard van Etten verzorgde de preek bij de uitvaart van Mary Grohmann

In 2008 stond er een indrukwekkend interview met haar in Volzin