n Nijmegen overleed op 5 januari 2013 onverwacht dominicaan Frans Simons, op 84-jarige leeftijd. Bij zijn uitvaart op 10 januari 2014 sprak provinciaal Ben Vocking het in memoriam uit.
Frans werd geboren op 26 juni 1928 te ’s Gravenhage in een gezin van acht kinderen. Zijn ouders waren Gerardus Simons en Maria van der Zijden. Frans volgde de MULO en na een korte kantoorbaan trok hij naar de Latijnse School in Gemert, om de laatste twee jaar van zijn middelbare studie op het St. Dominicuscollege in Neerbosch door te brengen.
Hij trad in bij de Dominicanen in Huissen en legde op 18 september 1953 zijn kleine professie af. Hij studeerde drie jaar filosofie in Zwolle, om daarna zijn studie theologie op het Albertinum in Nijmegen te vervolgen. Op 25 juli 1959 werd hij priester gewijd.
Een van de eerste plekken waar hij aan het werk ging is de Dominicusparochie in Nijmegen. Maar na ruim een jaar vertrok hij naar het klooster in Huissen. Tien jaar werd hij naast allerlei assistenties in de buurtparochies hoofdzakelijk in beslag genomen door lessen aan het LBO en de MAVO.
Daarna begon zijn Nijmeegse periode. Frans werkte in de parochies van Maria Geboorte, de Antonius van Padua en de H.Hart kerk. Ook gaf hij vele jaren hulp aan de parochie Lindenholt.
Frans heeft veel steun ondervonden van zijn vriendschap met Emmy Smithuis. Zij hebben heel veel voor elkaar mogen betekenen. Hij schreef onlangs nog aan Emmy: ‘Hartelijk dank voor jouw “naast mij staan”!!! Voor je geduld en warme liefde.’
Frans heeft vele malen zeer uitdrukkelijk gereflecteerd over zichzelf en zijn werk. Dat deed hij in Huissen, toen hij les gaf, maar ook in zijn parochiewerk. Uitvoerig bereidde hij de parochievergaderingen voor, om met elkaar na te denken over geloofsvorming, het vieren van het geloof en over de vraag, hoe wij zorg kunnen hebben voor elkaar.
In 1973 nam hij deel aan de klinisch pastorale vorming in Heiloo. Daar herontdekte hij dat zijn sterke kant lag in individuele contacten, gezinscontacten en kleinere groepen. In 1983 volgde hij een cursus ‘heroriëntatie op de theologie’ in Soesterberg.
Zijn regelmatige gesprekken met het provincialaat bereidde hij altijd zeer grondig voor, door vooraf een brief te sturen met de verschillende, uitgewerkte punten waarover hij wilde spreken. In 1995 schreef hij: ‘Ik ben met het concrete pastorale werk gestopt in verband met de wereldsituatie en de situatie in de kerk. Ik hoop vanuit mijn overtuiging met dominicaanse achtergrond mensen te kunnen aanspreken in individuele contacten.’
Vanaf 2004 woonde hij in grote tevredenheid in de Catharinahof. Nog vele jaren verzorgde hij de diensten daar en in Huize Rosa.
Frans was een gevoelige en warme man, die graag met mensen contact zocht. Hij koos er uitdrukkelijk voor een eigen plek te hebben buiten een communiteit, aangezien hij graag óók alleen wilde zijn. Hij zei eens: ‘buiten kan ik meer mezelf zijn dan binnen’.
Zijn gezondheid liet te wensen over. In 1998 had hij na een hartaanval drie bypasses gekregen. Afgelopen november nam hij bij de dokter in het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis het besluit om zich niet aan een aneurysma te laten behandelen. Hij wilde uitdrukkelijk niet verder in de mallemolen van ziekenhuizen terechtkomen. Volslagen onverwacht overleed hij in de vroege morgen van zaterdag vijf januari, waarschijnlijk aan een hartstilstand.
Wij en zeer veel mensen zijn dankbaar voor wie Frans onder ons geweest is: een zoeker, die trouw bleef aan mensen. Het gebed, dat Frans schreef in de nacht van 28 oktober 2012, wil ik graag als zijn testament doorgeven:
‘Gij die ons draagt, Gij dragende, die me het leven schonk
en alles wat me vreugde schonk, vaak bedolven onder fysiek
en psychisch lijden, ik dank U.
Ik vertrouw op uw Belofte,
Gij die licht en Liefde zijt:
als er één is die barmhartig is,
dan zijt Gij het!
Ik stelde me in uw dienst
met de talenten, die me toebedeeld waren.
Ik heb genoten van mensen, hun verhalen,
hun liefde, weerschijn van Uw Liefde.
In het bijzonder van Emmy Smithuis,
met wie ik het leven ‘droeg’.
Zij, mijn familie, mijn vrienden verwezen naar U.
Ook in de schoot van de Orde der Dominicanen
voelde ik me gedragen, geborgen, thuis.
Haar denk- en leefwereld verschafte mij het kader
om mensen pastoraal tegemoet te kunnen treden.
In vertrouwen op uw beloften
hoop ik ondanks mijn menselijke tekorten
U te mogen ontmoeten als Oorsprong en Einddoel
van mijn aarde-leven.
Dít was ik feitelijk, niet in mijn dromen.
Hier ben ik.
Klik hier voor de overweging tijdens de uitvaart.