arianne Merkx (1964) is stafmedewerker levensbeschouwing Bijzonder Jeugdwerk Brabant, zelfstandig theoloog (Lef, levensbeschouwelijke dienstverlening en begeleiding), en student geestelijke verzorging aan de Universiteit van Utrecht.
Ze woont in Drunen. In het verleden was ze studiesecretaris van de Stichting Edward Schillebeeckx
Generaties theologen zijn gevormd door het baanbrekende werk van Edward Schillebeeckx o.p. (1914-2009). In deze serie komen leerlingen – en hun leerlingen – aan het woord. Over hun dierbaarste herinnering, het diepste inzicht en de vraag die ze de oude magister nu zouden willen stellen.
Waarom ik kardinaal Simonis dankbaar ben
Lang was Edward Schillebeeckx voor mij ‘die beroemde theoloog’ die onder hetzelfde dak woonde als waar wij theologiestudenten in de jaren tachtig studeerden (Albertinum Nijmegen). We zagen hem nooit; zijn afscheid van de faculteit had plaatsgevonden voor ik met de studie startte. Ik herinner me dat we hoorden dat hij een computer had aangeschaft. Zo, daar stonden we van te kijken. Dat we zelf binnen enkele jaren ook allemaal aan de pc zouden gaan, konden we ons toen nog niet voorstellen. Langzaam maar zeker ben ik zijn leerling mogen worden, waar ik heel dankbaar voor ben.
Drie ontmoetingen
Mijn dierbaarste herinnering aan Edward Schillebeeckx bestaat uit drie ontmoetingen, die toch ook één geheel vormen. Drie kan immers tegelijk ook één zijn.
Op 8 mei 1985 maakte Edward Schillebeeckx van mij een theologe. Ik was met vele medestudenten naar het Malieveld in Den Haag gegaan uit protest tegen de weigering van kardinaal Simonis om Catharina Halkes het woord te geven bij het bezoek van Johannes Paulus II aan Nederland. Het was de start van de Acht Mei Beweging. Van alle toespraken raakte die van Edward Schillebeeckx me het diepst. Geen idee wat hij toen precies gezegd heeft, maar hij verwoordde mijn eigen motivatie én vragen. Ik hing aan zijn lippen. De combinatie van kritiek en betrokkenheid had me tot dat moment in de weg gezeten, maar werd toen de drive om met veel enthousiasme mijn theologisch spoor te vervolgen.
Ondanks de kilte
Dat hield ook in dat ik politiek actief werd op de theologische faculteit en op 11 november 1987 was ik geen deelnemer aan een protestactie, maar initiatiefnemer. Met bibbers in mijn lijf hield ik mijn eerste toespraak op de dag dat de studenten vonden dat de maat vol was. Aanleiding was opnieuw een kerkelijke weigering: de bisschoppenconferentie keurde de benoeming van twee topdocenten niet goed: Anton Van Harskamp en Erik Borgman.
Opnieuw voelde ik me bemoedigd door Edward Schillebeeckx, die het vanzelfsprekend vond om zijn medewerking te verlenen. Het ging niet alleen om de afwijzing van deze twee theologen, maar ook om een afwijzing van ‘onze’ manier van denken. Zijn positieve reactie op mijn verhaal en zijn woorden op die dag gaven me de moed om ondanks het kille kerkelijke klimaat door te gaan en te blijven geloven in mijn wens een goede, verantwoordelijke en kritische theoloog te worden.
Stichting Edward Schillebeeckx
Dat bracht me er toe om in 1990 studiesecretaris te worden van de Stichting Edward Schillebeeckx, die als doel heeft ‘de geschreven, gedrukte, audio-visuele en andere materialen van en over het gehele oeuvre van prof. mag. dr. Edward Schillebeeckx te verzamelen, te ordenen, te bewaren en toegankelijk te maken. Zij wil aldus de geestelijke, wetenschappelijke en maatschappelijke waarden van dit werk veilig stellen voor de toekomst en duurzaam overdragen.’
Op mijn lijf geschreven, evenals de afwisselende werkzaamheden die een combinatie van studie en organisatie inhielden. Al snel wilde Edward Schillebeeckx me spreken. Weer bibbers, maar totaal onnodig. Hij was enorm belangstellend en warm, terwijl ik dacht dat hij me even wilde ‘keuren’. Er was geen sprake van hooggeleerdheid, maar van wijsheid en een uitnodiging om leerling te blijven, net als hijzelf. Er volgden meer gesprekken, altijd met een zakelijke aanleiding, maar steeds inspirerend en bemoedigend.
Marianne Merkx in haar studententijd.
Basisinzicht
Ik heb theologisch meer van hem geleerd dan ik me realiseer, ook omdat zijn leerlingen mijn docenten waren en ook niet leerlingen graag zijn werk gebruikten. Een basisinzicht is zijn nadruk op context, verbindingen. ‘De waarheid is niet los verkrijgbaar’ klinkt nog vaak in me. Of ik nu in de gemeenteraad de ‘ juiste’ beslissing wil nemen, mijn kinderen bij mij hun gelijk willen halen bij een onderlinge ruzie of ik in mijn werk een bijdrage wil leveren aan goede zorg.
Ook zijn godsbeeld (en mensbeeld) is van grote invloed op me: ‘de oergrond en bron van mijn bestaan, van mijn bewegen en ademhalen en van de menselijkheid van mijn mens-zijn’(1999 in bundel, De nieuwe priesters. Religositeit op onverwachte plaatsen en momenten, P. Chatelion Counet (red.) 15.) Het is niet God of mens, kerk of wereld.
Maar wat me het meest bij is gebleven is zijn blijvende passie als katholiek theoloog . De christelijke traditie verbinden met vandaag, de maatschappelijke incl. religieuze, wetenschappelijke en persoonlijke vragen en inzichten van vandaag.
Blijven studeren
Recent ben ik begonnen aan een studie tot geestelijk verzorger. Na jaren levensbeschouwelijk beleidswerk wil ik me verder professionaliseren in religieuze communicatie. Want spreken van God (en) van wat je ten diepste beweegt, is niet eenvoudig, zeker niet als de kerkelijke taal niet meer aansluit. Ik heb veel vragen. Over (een andere invulling van) ambtelijke binding, over het woord geestelijke verzorging, over het bereiken van al die mensen die horen tot de ‘ongebonden spirituelen’. Daar zou ik heel graag nog met hem over praten. En vragen: (Hoe) blijf ik verbonden met de kerk zonder mezelf en anderen te verloochenen?
Zijn boeken staan op een prominente plaats in mijn boekenkast, maar ik grijp eerlijk gezegd eerder naar artikelen dan naar boeken. Vooral zijn artikel ‘Naar een herontdekking van de christelijke sacramenten’ in TVT (40)2000)2 blijf ik pakken. En ik kan niet laten om in theologische boeken altijd in het register te kijken of Schillebeeckx vermeld staat. In bepaalde opzichten ben ik echt een leerling van hem: altijd een bomvol bureau en vaak moeilijk te volgen.
Ik hoop dat ik iets meer van zijn inzichten en zijn uitstraling door mag geven en zal er mijn stinkende best voor doen.
Marianne Merkx