n die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: &Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord onderhouden,
mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en verblijf bij hem nemen.
Jezus gaf hem ten antwoord: &Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord onderhouden,
mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en verblijf bij hem nemen.
Wie Mij niet liefheeft, onderhoudt mijn woorden niet; het woord dat gij hoort,
is niet van Mij, maar van de Vader die Mij gezonden heeft.
Dit zeg Ik u, terwijl Ik nog bij u ben,
maar de Helper, de heilige Geest, die de Vader in mijn Naam zal zenden,
Hij zal u alles leren en u alles in herinnering brengen wat Ik u gezegd heb.
Vrede laat Ik u na; mijn vrede geef Ik u. Niet zoals de wereld die geeft, geef Ik hem u.
Laat uw hart niet verontrust of kleinmoedig worden.
Gij heb Mij horen zeggen: Ik ga heen, maar Ik keer tot u terug. Als gij Mij zoudt liefhebben,
zoudt gij er blij om zijn dat Ik naar de Vader ga, want de Vader is groter dan Ik.
Nu, eer het gebeurt, zeg Ik het u, opdat gij, wanneer het gebeurt zult geloven.