roeders en zusters, Christus heeft, terwijl Hij zelf rechtvaardig was, geleden voor de zonden van onrechtvaardigen,
voor eens en altijd, om u zo bij God te brengen. Naar het lichaam werd Hij gedood maar naar de geest tot leven gewekt.
Hij is naar de geesten gegaan die gevangenzaten, om dit alles te verkondigen
aan hen die ten tijde van Noach weigerden te gehoorzamen, toen God geduldig wachtte en de ark gebouwd werd.
In de ark werden slechts enkele mensen, acht in totaal, van de watervloed gered,
en dat water is een voorafbeelding van het water van de doop, waardoor u nu wordt gered.
De doop wast niet het vuil van uw lichaam, het is een vraag aan God om een zuiver geweten.
Hierom kunt u vragen dankzij de opstanding van Jezus Christus,
die de hemel is binnengegaan en nu aan Gods rechterhand zit,
terwijl de engelen, machten en krachten aan hem onderworpen zijn.