ierbaren, één ding mag u niet ontgaan: Voor de Heer is één dag als duizend jaren en duizend jaren als één dag.
De Heer talmt niet met zijn belofte, zoals sommigen menen, maar Hij heeft geduld met u, daar Hij wil dat allen tot inkeer komen en niemand verloren gaat.
Maar de dag des Heren zal komen als een dief. Dan zullen de hemelen dreunend vergaan en de elementen door vuur worden verteerd; en de aarde en de daden op aarde verricht zullen zich bevinden (voor Gods oordeel).
Wanneer alles zo vergaat, hoe moet gij dan uitmunten door een heilig leven en innige vroomheid,
de komst verwachtend en verhaastend van de dag Gods, waardoor de hemelen in vlammen zullen opgaan en de elementen wegsmelten in de vuurgloed.
Maar volgens zijn belofte verwachten wij nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid zal wonen.
In deze verwachting, geliefden, moet gij u beijveren onbevlekt en onberispelijk voor Hem te verschijnen, in vrede met God.