n die tijd vertelde Jezus, met het oog op sommigen, die overtuigd van eigen gerechtigheid, de anderen minachtten, de volgende gelijkenis.
&Twee mensen gingen op naar de tempel om te bidden; de een was een Farizeeer en de andere een tollenaar.
De Farizeeer stond met opgeheven hoofd en bad bij zichzelf als volgt: God, ik dank u dat ik niet zo ben als de rest van de mensen, rovers, onrechtvaardigen, echtbrekers, of ook als die tollenaar daar.
Ik vast tweemaal per week en geef tienden van al mijn inkomsten.
Maar de tollenaar bleef op een afstand en wilde zelfs niet zijn ogen opheffen naar de hemel; maar hij klopte zich op de borst, en zei: God wees mij, zondaar, genadig.
Ik zeg u: deze ging gerechtvaardigd naar huis en niet die andere, want alwie zich verheft zal vernederd, maar wie zich vernedert zal verheven worden.’