n die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Er bestaat geen goede boom
die zieke vruchten voortbrengt en evenmin een zieke boom die goede vruchten voortbrengt.
Iedere boom immers wordt gekend aan zijn vruchten; men plukt geen vijgen van dorens,
men oogst geen druiven van een braamstruik.
Een goed mens brengt uit de schat van goedheid in zijn hart het goede te voorschijn,
maar een slechte uit zijn schat van slechtheid het slechte;
want zijn mond spreekt waar zijn hart van overloopt.
Waarom toch noemt gij Mij: Heer, Heer! als ge niet doet wat Ik zeg?
Ieder die tot Mij komt, naar mijn woorden luistert en er naar handelt,
Ik zal u duidelijk maken op wie hij gelijkt.
Hij gelijkt op de man die bij het bouwen van zijn huis diep had gegraven
en het fundament had gelegd op de rotsgrond. Toen de stortvloed kwam,
beukte de storm op dat huis, maar had niet de kracht om het te doen wankelen,
omdat het zo goed gebouwd was.
Wie luistert maar niet doet, gelijkt op de man die zijn huis op de grond bouwde
zonder fundering, de storm beukte erop en ogenblikkelijk stortte het in
en de verwoesting van dat huis was volkomen.’