06 Juni 2018

Woensdag, 6 Juni 2018 : Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus 12,18-27.

Ga naar overzicht

Deel op:

n die dagen kwamen er Sadduceeën bij Jezus; dezen houden dat er geen verrijzenis bestaat. Ze legden Hem daarom de volgende kwestie voor:
&Meester, wij zien bij Mozes geschre­ven staan: Als iemands broer sterft en een vrouw achterlaat maar geen kinderen, dan moet zijn broer die vrouw nemen om aan zijn broer een nageslacht te geven.
Nu waren er eens zeven broers. De eerste nam een vrouw, maar liet bij zijn dood geen kinderen na.
Toen nam de tweede haar, maar ook hij stierf zonder kinderen; zo ging het ook met de derde;
kortom geen van de zeven liet kinderen na. Het laatst van allen stierf ook de vrouw.
Bij de verrijzenis, wanneer zij opstaan, van wie van hen zal zij dan de vrouw zijn? Alle zeven toch hebben haar tot vrouw gehad.’
Jezus antwoordde: &Zijt gij niet op een dwaalspoor, juist omdat gij noch de Schrift, noch Gods macht kent?
Wanneer de mensen uit de doden opstaan, huwen zij niet en worden niet ten huwelijk gegeven, maar zijn ze als engelen in de hemel.
En wat de verrijzenis der doden betreft, hebt ge in het boek van Mozes niet gelezen, waar het gaat over de braamstruik, hoe God tot hem zei: Ik ben de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob?
Hij is geen God van doden maar van levenden. Ge verkeert in grote dwaling.’