roeders en zusters, aan mij, de allerminste van alle heiligen, is de genade gegeven
de heidenen de ondoorgrondelijke rijkdom van de Christus te verkondigen,
en de volvoering van het geheim in het licht te stellen. Het was van eeuwigheid verborgen in God, de schepper van het heelal,
opdat thans aan de heerschappijen en de machten in de hemelen door middel van de kerk de veelvoudige wijsheid Gods bekend zou worden.
Zo was zijn eeuwig voornemen dat Hij uitgevoerd heeft in Christus Jezus, onze Heer.
In Hem hebben wij, door het geloof in Hem, vol vertrouwen de vrije toegang tot God.
Daarom buig ik mijn knieen voor de Vader,
naar wie alle vaderschap. in de hemel en op aarde genoemd wordt:
moge Hij u in zijn onmetelijke heerlijkheid geven dat uw diepste wezen machtig door zijn Geest wordt gesterkt,
dat Christus door het geloof woont in uw hart en dat gij in de liefde geworteld en gegrondvest blijft.
Moogt gij in staat zijn met alle heiligen te vatten, wat de breedte en lengte en diepte is,
en te kennen de liefde van Christus, die alle kennis te boven gaat. Moogt gij de volheid bereikten die de volheid van God zelf is.