n die tijd trok Jezus rond in Galilea, want Hij wilde dat niet in Judea doen, omdat de Joden er op uit waren Hem te doden.
Toen het echter tegen een van de Joodse feesten, het Loofhuttenfeest liep,
Toen echter zijn broeders naar het feest waren gegaan, vertrok Hij ook, niet openlijk maar onopvallend.
Enkele Jeruzalemmers zeiden:
&Is dit niet de man die ze zoeken te doden? En nu zie eens. Hij staat in het openbaar te spreken en men zegt Hem niets! Zou de overheid nu werkelijk erkend hebben, dat Hij de Messias is?
Maar van deze man weten wij waar Hij vandaan is, wanneer echter de Messias komt, weet geen mens waar Hij vandaan komt.’
Terwijl Jezus in de tempel leerde, riep Hij met luider stem: &Gij kent mij en gij weet waar Ik vandaan ben; toch ben Ik niet uit Mijzelf gekomen, maar Hij die waarachtig is, heeft Mij gezonden, Hem kent gij niet.
Ik ken Hem, omdat Ik uit Hem ben en Hij Mij heeft gezonden.’
Ze wilden zich van Hem meester maken, maar niemand sloeg de hand aan Hem, want zijn uur was nog niet gekomen.