ij haar bezoek aan Elisabeth sprak Maria:
Hoog verheft nu mijn ziel de Heer,
verrukt is mijn geest om God, mijn verlosser.
Zijn keus viel op zijn eenvoudige dienstmaagd:
van nu af prijst elk geslacht mij zalig.
Wonderbaar is het wat Hij mij deed,
de Machtige, groot is zijn Naam!
Barmhartig is Hij tot in lengte van dagen
voor ieder die Hem erkent.
Hij toont de kracht van zijn arm; slaat trotsen van hart uiteen.
Heersers ontneemt Hij hun troon, maar verheft de geringen.
Behoeftigen schenkt Hij overvloed,
maar rijken zendt Hij heen met lege handen.
Hij trekt zich zijn dienaar Israel aan,
zijn milde erbarming indachtig.
Zoals Hij de vaderen heeft beloofd
voor Abraham en zijn geslacht voor altijd.
Nadat Maria ongeveer drie maanden bij haar gebleven was, keerde zij naar huis terug.