ij hebt een gezantschap naar Johannes gestuurd en deze heeft getuigd voor de waarheid.
Weliswaar behoef Ik de getuigenis van een mens niet, maar Ik zeg dit opdat gij gered zult worden.
Hij was de lamp, ontstoken om te verlichten, en een korte tijd hebt gij u in zijn licht willen verheugen.
De getuigenis echter die Ik bezit, is waardevoller dan die van Johannes, want het zijn juist de werken die de Vader Mij gegeven heeft om te volbrengen en die Ik ook volbreng, die van Mij getuigen, dat Ik door de Vader gezonden ben.