n die tijd, toen Jezus een grote menigte om zich heen zag, gaf Hij bevel om naar de overkant te gaan.
Een schriftgeleerde trad op Hem toe en zei: &Meester ik zal U volgen, waar Gij ook heen gaat.’
Jezus sprak tot hem: &De vossen hebben hun holen en de vogels uit de lucht hun nesten, maar de Mensenzoon heeft niets waar hij zijn hoofd op kan laten rusten.’
Een andere van zijn leerlingen zei tot Hem: &Heer, laat mij eerst teruggaan om mijn vader te begraven.’
Jezus zei Hem: &Volg Mij; laat de doden hun doden begraven.’