oen Jezus in Nazareth kwam zei Hij tot het volk in de synagoge : Voorwaar, Ik zeg u: geen profeet is heilzaam voor zijn eigen vaderstad.
En het is waar wat Ik u zeg: in de tijd van Elia immers, toen de hemel drie jaar en zes maanden gesloten bleef
en een grote hongersnood uitbrak over het hele land, waren er veel weduwen in Israel;
toch werd Elia tot niemand van hen gezonden, behalve tot een weduwe in Sarepta in het gebied van Sidon.
En in de tijd van de profeet Elisa waren er vele melaatsen in Israel;
toch werd niemand van hen gereinigd, behalve de Syrier Naaman.’
Toen ze dit hoorden, werden allen die in de synagoge waren, woedend.
Ze sprongen overeind, joegen Hem de stad uit en dreven Hem voort tot aan de steile rand van de berg
waarop hun stad gebouwd was, om Hem daar in de afgrond te storten.
Maar Hij ging midden tussen hen door en vertrok.