n die tijd zei Jezus tot de menigte: Het Rijk der hemelen gelijkt op een sleepnet dat in de zee geworpen, vissen van allerlei soort bijeenbracht.
Toen het vol was trok men het op het strand; men zette zich neer om de goede vissen uit te zoeken en in manden te doen, de slechte echter werden weggeworpen.
Zo zal het ook gaan op het einde van de wereld: de engelen zullen uittrekken om de slechten tussen de rechtvaardigen uit te zoeken
en in de vuuroven te werpen. Daar zal geween zijn en tandengeknars.
Hebt gij dit alles begrepen?’ Zij antwoordden Hem: &Ja.’
Hij zij hun: &Daarom is iedere schriftgeleerde die onderwezen is in het Rijk der hemelen gelijk aan een huisvader die uit zijn schat nieuw en oud te voorschijn haalt.’
Toen Jezus deze gelijkenissen had beeindigd, ging Hij vandaar weg.