roeders en zusters, zelf heb ik van de Heer de overlevering ontvangen die ik u op mijn beurt heb doorgegeven:
dat de Heer Jezus in de nacht waarin Hij werd overgeleverd, brood nam,
en na gedankt te hebben, het brak en zei: &Dit is mijn lichaam voor u. Doet dit tot mijn gedachtenis.’
Zo ook nam Hij na de maaltijd de beker met de woorden: &Deze beker is het nieuwe verbond
in mijn bloed. Doet dit elke keer dat gij hem drinkt tot mijn gedachtenis.’
Telkens als gij dit brood eet en de beker drinkt, verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij wederkomt.