ens dreef Jezus een duivel uit die stom was. Zodra de duivel was uitgedreven, kon de stomme, weer spreken. De mensen stonden er verbaasd van.
Maar enkelen van hen zeiden: &Door Beelzebul, de vorst der duivels, drijft Hij de duivels uit.’
Anderen, om Hem op de proef te stellen, verlangen van Hem een teken uit de hemel.
Maar Hij kende hun gedachten en sprak tot hen: &Elk rijk dat innerlijk verdeeld is, vervalt tot een woestenij, het ene huis valt op het andere.
Als nu ook de satan met zichzelf in strijd is, hoe kan zijn rijk dan standhouden? Ge zegt immers, dat ik door Beelzebul de duivels uitdrijf.
Als Ik door Beëlzebul de duivels uitdrijf, door wie drijven uw zonen ze dan uit? Daarom zullen zij uw rechters zijn.
Maar als ik door de vinger Gods de duivels uitdrijf, dan is inderdaad het Rijk Gods tot u gekomen.
Wanneer een sterke, welbewapend, zijn huis en hof bewaakt, is zijn bezit veilig.
Komt er echter iemand die sterker is dan hij en die hem overwint, dan rooft deze zijn volle uitrusting, waarop hij zijn vertrouwen stelde, en verdeelt wat hij bezit als buit.
Wie niet met Mij is, is tegen Mij, en wie niet met Mij bijeenbrengt, drijft uiteen.