oen Jezus door de Farizeeën de vraag werd gesteld, wanneer het Rijk Gods zou komen, gaf Hij hun ten antwoord: &De komst van het Rijk Gods kunt ge niet waarnemen.
Men kan niet zeggen: Kijk, hier is het, of daar is het. Want het Rijk Gods is midden onder u.’
Hij zei tot zijn leerlingen: &Er zal een tijd komen dat gij zult wensen een dag van de Mensenzoon te zien, maar gij zult de Mensenzoon niet zien.
Als men u zal zeggen: Zie, Hij is daar of: Zie, Hij is hier, gaat er dan niet naar toe en volgt ze niet.
Want wanneer zijn dag komt, zal de Mensenzoon zijn als de opflitsende bliksem, die schittert van het ene einde van de hemel tot het andere.
Maar eerst moet Hij veel lijden en door dit geslacht verworpen worden.