n die tijd zei Jezus: &Waarop gelijkt het Koninkrijk Gods, waarmee zal Ik het vergelijken?
Het gelijkt op een mosterdzaadje, dat iemand in zijn tuin zaaide, het groeide
en werd een grote boom en de vogels uit de lucht nestelde in zijn takken.’
Hij zei ook nog: &Waarmee zal Ik het Rijk Gods vergelijken?
Het gelijkt op gist, die een vrouw in drie maten bloem verwerkte,
totdat deze in hun geheel gegist waren.’