n die tijd jubelde Jezus het uit, vervuld van de heilige Geest, en Hij sprak: &Ik prijs U Vader, Heer van hemel en aarde, omdat Gij deze dingen verborgen hebt voor wijzen en verstandigen, maar ze hebt geopenbaard aan kleinen. Ja, Vader, zo heeft het U behaagd.
Alles is Mij door mijn Vader in handen gegeven. Niemand weet wie de Zoon is tenzij de Vader;
en wie de Vader is tenzij de Zoon en hij aan wie de Zoon het wil openbaren.’
Daarop keerde Hij zich naar zijn leerlingen afzonderlijk en zei tot hen:
&Gelukkig de ogen die zien wat gij ziet.
Ik zeg u: Vele profeten en koningen verlangden te zien wat gij ziet,
maar zij hebben het niet gezien; en te horen, wat gij hoort, maar zij hebben het niet gehoord.’