ls de vrije wil niet bestaat, zoals Dick Swaab beweert, wie zijn we dan? En wie zit er dan achter het stuur van ons bestaan? Theoloog en lekendominicaan Erik Borgman schreef in Trouw over de ziel als nabijheid en mysterie: als ruimte om te leven en helemaal van jezelf en van God te zijn.
… Ik blijft op dit punt graag bij Augustinus’ oplossing: de ziel die zoekt is de ziel die we zoeken. Onze ziel is dus steeds, wij zijn voor onszelf dus steeds, zowel het meest nabij aan als het verst verwijderd van ons begrip. De ruimte van gelijktijdig weten en niet weten wie we zijn, is de ruimte van onze ziel. In deze ruimte blijken onvermoede mogelijkheden schuil te gaan die niet zelden moeten worden wakker geroepen om aan het licht te kunnen komen.
Dit is de wijsheid van de mystiek: dat de ontmoeting met God de ziel van een mens boven zichzelf doet uitstijgen en dat deze zo nooit meer bij zichzelf thuis is – het pijnlijke gevoel door de beminde verlaten te zijn dat zo karakteristiek is voor de mystieke traditie -, maar dat dit het beste is wat haar ooit is overkomen en haar pas werkelijk tot zichzelf heeft gebracht.
&Ziel’, zo zou ik samenvattend zeggen, is een ander woord voor ons besef niet te weten wie we zijn, niet per ongeluk of tijdelijk, maar principieel. Dit impliceert dat niets of niemand kan vaststellen wie we kunnen zijn.
Lees het hele artikel op de website van Trouw.