n Nijmegen overleed op 20 november 2008 Kees Streefkerk, dominicaan, op 79-jarige leeftijd. Onderstaande tekst werd uitgesproken tijdens het afscheid van deze actieve, trouwe en betrokken medebroeder, die zijn beste krachten gaf aan zijn werk op Curaçao en Aruba.
Kees werd geboren op 28 september 1929 te Gouda. Zijn ouders waren Cornelis Streefkerk en Suzanna Klaarenbeek. Hij had één zus.
Kees was leerling op het Dominicuscollege in Nijmegen, en legde in 1949 het staatsexamen af. In de hongerwinter moest Kees terug naar Gouda. Om aan de razzia’s te ontkomen mocht hij bij tijd en wijle zich in een toog hullen in de pastorie.
Hij trad in bij de Dominicanen. Hij legde zijn professie af 1n 1951 en werd priester gewijd in 1956. Hij sloot zijn studie af met het lectoraatexamen. Zijn scriptie had als titel ‘Actuosa Participatio in Liturgia’.
In 1957 vertrok Kees naar Curaçao, om er te blijven tot 2001, 44 jaar lang. Het vertrek was voor hem niet zo gemakkelijk. Zijn vader was tijdens zijn studiejaren – na 7 jaar bedlegerig geweest te zijn – overleden; moeder stierf kort na zijn priesterwijding. Zijn enige zus en zwager voeren op een rijnaak. Zijn zus bleef tot het laatst zeer bezorgd voor Kees en op hem betrokken.
Kees had graag verder gestudeerd. Vijftien jaar later zal hij daar de gelegenheid voor krijgen. Hij haalt in 1972 een master in sociologie aan de universiteit van Wisconsin in de V.S.
Op Curaçao is Kees bij zeer veel betrokken geweest. Hij gaf les op scholen: de l.t.s., de m.t.s. en later de universiteit. Kees was de grote stuwende kracht achter het organiseren van een opleiding M.O. theologie, waarvoor ook verschillende medebroeders uit Nederland naar Curaçao getogen zijn.
Tien jaar lang was hij aalmoezenier/ geestelijk verzorger van de Antilliaanse militie op Curaçao.
Daarnaast was Kees als vice-president betrokken bij de kerkelijke rechtbank. Daar heeft hij met een taai werk zeer veel mensen kunnen helpen, en hen nieuwe levensmogelijkheden kunnen bieden. Jarenlang was hij lid van het consilie van het vicariaat. Hij verzorgde samen met Amado Römer een educatief programma voor de Credit Unions en de Vakbond. Vele jaren had hij een wekelijks televisie programma.
Kees was ook een van de oprichters van het Comité voor Mensenrechten van Curaçao. Hij vertegenwoordigde het Comité als lid in Amnesty International. Terug in Nederland werd hij de promotor voor Gerechtigheid en Vrede in onze provincie.
Kees was een duizendpoot, die zich op heel veel terreinen heeft ingezet. In 1995 werd Kees benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau.
Na zijn terugkeer in 2001 naar Nederland bleef hij zich een ‘vreemdeling’ voelen. Maar dat betekende niet, dat hij niet vele klussen op zich nam, zowel in Zwolle als voor de provincie. Lange tijd was hij de notulist van het consilie en is hij een zeer trouwe en hard werkende medewerker geweest van Jan Wenting op het archief. Kees heeft ook zeer veel bijeengezocht voor het boek ‘Gods Predikers’ van Marit Monteiro.
In Groningen en Zwolle verzorgde hij vieringen voor de Antillianen en in Groningen ook de Engelssprekende viering.
Kees was een zeer hardwerkende man. Hij was een man vol humor. Een zeker sarcasme was hem ook niet vreemd. Hij was primair reagerend, hetgeen wel eens betekende, dat hij mensen van zich afstootte. Maar tegelijk mag en moet er gezegd worden, dat hij uiterst trouw was aan medebroeders en vrienden en ook aan de taken waarvoor hij gevraagd was. En niet te vergeten, Kees verslond boeken.
Kees heeft ook verschillende bijdragen gepubliceerd over de veranderende katholieke kerk binnen de Curaçaose samenleving, over naastenliefde en sociale rechtvaardigheid en over het sociaal functioneren van de kerken op Curaçao.
De paar laatste jaren zijn zwaar voor Kees geweest. Hij onderging een hartoperatie. Vele periodes is hij slachtoffer geweest van benauwdheid. En voor de zo graag lezende Kees was het heel zwaar te accepteren, dat zijn ogen zo achteruit gegaan waren, dat hij niet meer kon lezen. Het was dan ook vanzelfsprekend dat hij de laatste maanden zei, dat de dagen wel heel erg lang duurden.
Dankzij de ondersteuning en zorg van Do Zorn is hij lange tijd in Zwolle kunnen blijven. Aangezien de noodzaak van extra zorg toenam kwam hij een half jaar geleden naar het Berchmanianum. De eerste weken waren zeer zwaar voor hem, maar langzaamaan raakte hij er toch meer thuis. En de humor was gelukkig niet helemaal verdwenen.
Wij nemen afscheid (ook heel uitdrukkelijk namens de medebroeders van Curaçao en Aruba; dat lieten ze gisteren nog horen) van een zeer actieve en betrokken medebroeder, die heel veel voor velen betekend heeft, trouw als hij was aan mensen.
Moge hij nu in God geborgen zijn!