rie Indiase dominicanen maken deel uit van de internationale communiteit in Antwerpen. Guido Meeusen schreef voor het tijdschrift van de Pauluskerk een reportage.
door Guido Meeusen
De beslissing van bisschop Johan Bonny in 2019 om, na bijna twee eeuwen, de dominicanen weer naar Antwerpen te inviteren, is een voltreffer. Sint-Paulus beschikt nu over een jonge en dynamische pastoor én een enthousiaste ploeg van priesters, sociale werkers, kunstenaars en vrijwilligers. Waarvan drie ‘Made in India’.
Wie ooit India bezocht, weet wat een cultuurschok is. De overal aanwezige geuren, de schitterende kleuren en de nooit aflatende mensenmassa overweldigen je. De drie Indiase dominicanen die tussen 2019 en 2022 naar Antwerpen afzakten, hadden die een gelijkaardige maar dan omgekeerde ervaring of beleefden ze dat anders?
Met deze en nog een boel andere vragen trokken we naar de Veemarkt, in de schaduw van de Sint-Pauluskerk. Graag hadden we alle drie de Indiase predikbroeders verzameld voor een gesprek, maar Kiran Joy Payikatt, de eerste Indiase ‘missionaris’ die in april 2019 in onze stad neerstreek, is op dat moment met vakantie in zijn thuisland.
Francis Akkara en Joe Anthony Valayath, de twee anderen van het trio, ontvangen me in hun klooster, in werkelijkheid een mooi herenhuis, gelegen naast café ‘De Zwoele Zwaluw’. Vroeger woonde hier allicht een huisarts, want op het portaal kunnen we nog lezen dat je tijdens de raadpleging binnen mag zonder bellen.
Joe is vooraan de 40 en daarmee de oudste van de drie, maar hij trad pas op latere leeftijd toe tot de orde en hij arriveerde ook pas in mei 2022 in ons land. Francis en Kiran zijn prille dertigers die reeds als tieners geroepen werden, zij zijn al ongeveer vier jaar aan de slag in Antwerpen en spreken goed Nederlands.
Voor Joe was er geen sprake van een cultuurschok. Hij was voor zijn toetreding aan de slag als bankier in Singapore en studeerde voorheen in Lille. Cultuurverschillen zijn er natuurlijk wel. Joe: ‘De mensen gaan hier heel anders met elkaar om: persoonlijke zaken aankaarten is hier een taboe, in India kunnen mensen je verstikken met vragen’.
Dominicanen Francis Akkara, Joe Anthony Valayath en Dries Ghesquiere (van links naar rechts) aan tafel.
Wat Francis onmiddellijk opviel was de rust op straat (sic). ‘Mensen wandelen hier vaak in stilte rond, in India is iedereen aan het praten. Op een langere treinreis raken Indiërs onmiddellijk in gesprek, hier niet. Mensen tonen ook weinig expressie, dat was in het begin heel bevreemdend’ (Francis lacht tegen iedereen die hij kruist, nvdr).
Waar zowel Francis als Joe zich voor hoeden, is het uitspreken van een waardeoordeel, de verschillen zijn wat ze zijn. Francis: ‘Vlamingen maken zich zorgen over kleine problemen, hoewel ze (materieel) alles hebben, dat zie je niet in India’. Joe: ‘Hier wordt veel waarde gehecht aan het individu, door het kastensysteem is dat niet zo in India’.
De drie broeders hebben een donkere huidskleur, twee van hen dragen bovendien een baard, de vraag of ze in Antwerpen al geconfronteerd werden met racisme ligt dus voor de hand. Francis: ‘Van zodra ik me goed kon uitdrukken in het Nederlands, vielen veel obstakels weg. Maar van racisme heb ik in elk geval nooit iets gemerkt’.
Joe: ‘Antwerpen mag trots zijn, in tegenstelling tot andere plekken waar ik geweest ben heb ik hier nooit racisme ervaren. Jullie, Antwerpenaren hebben ervoor gezorgd dat ik me onmiddellijk thuis voelde, dank daarvoor’. Aan het slopen van de taalbarrière is Joe volop aan het werken, hij studeert momenteel theologie én Nederlands.
'Waar ik vandaan kom hebben mensen een sterke emotionele band met de geloofsinhoud’
Naast de culturele verschillen, is er natuurlijk de andere manier van geloofsbeleving. Joe is weer voorzichtig, maar voelt toch dat Vlamingen het geloof meer intellectueel benaderen. Waar ik vandaan kom zijn mensen meer devotiegericht, ze hebben een heel sterke emotionele band met de geloofsinhoud’.
Francis beaamt dat, maar is er toch van overtuigd dat de (weinige) gelovigen die hier naar de mis komen ‘echt diepgelovig zijn’. Joe vult aan: ‘Gelovige Indiërs hebben een sterk spiritueel temperament, hier is samenkomen als gemeenschap ook van groot belang, zoals bijvoorbeeld de babbel met een drankje na de misviering’.
Met de komst van dominicanen is de traditie ontstaan om na de eucharistie in de crypte of ’t Schooltje een koffie, wijntje of biertje te drinken en gezellig te babbelen. Kloosterordes en bier zijn altijd al een goede ‘combo’ geweest in ons land, voor de Indiase broeders, vooral dan Kiran en Francis, zorgde dat toch voor een cultuurschokje.
Francis: ‘Een foto van mij terwijl ik een Dominicus inschenk, zou in Kerala (waar hij vandaan komt) een schandaal veroorzaken’. Dat heeft historische gronden. Joe: ‘De Portugezen die in Goa een kolonie stichtten, dronken veel, terwijl voor Indiërs alles wat intoxicerend is – dus ook alcohol – slecht is’. Dat bezorgde christenen een kwade naam.
De communiteit van Antwerpen
Of hun manier van geloven veranderd is sinds hun komst naar Antwerpen? Francis: ‘Met een zekere naïviteit ben ik hier gearriveerd, door mijn studies theologie durf ik meer vragen te stellen terwijl ik vroeger vreesde dat twijfel mijn geloof zou aantasten. Al moet je erover waken niet alles plat te relativeren’.
Joe vult aan: ‘Vanuit India bracht ik een geloof mee, dat stoelt op een diepe persoonlijke overtuiging en ervaring. In België ontwikkelde ik, door de culturele interactie, andere manieren om mijn geloof te benaderen, je geloof krijgt daardoor verschillende laagjes. Maar je geloof verliezen kan niet, want dat wil zeggen dat je het nooit hebt gehad’.
Over zijn keuze voor de dominicanen heeft Francis nog geen ogenblik spijt gehad. ‘Het katholicisme heeft een heel rijke traditie en die biedt me nog steeds een antwoord op mijn vragen’. Joe: ‘Geloof is een gave, die komt van God. Je kan daar niet of wél op reageren’. Francis: ‘Geloof is als een cadeau, dat laat je toch niet ongeopend liggen’.
'Stoofvlees met frietjes en witloof met hesp in de oven lust ik ook wel'
Omdat hij nog studeert, zit Joe nog niet zo sterk in het Antwerpse sociale weefsel. Voor Kiran, die bij de havenaalmoezeniers aan de slag is en Francis, die werkt als vrijwilliger bij een voedselbank en een organisatie voor daklozen, is dat wel het geval. Francis volgt bovendien een opleiding als zorgpastoor voor de WZC’s.
Als ik vraag of mensen in de straat hen anders benaderen als ze in hun pij dan wel in burger rondlopen, snijdt Francis spontaan de schandvlek van het kindermisbruik aan. ‘Na de uitzendingen van ‘Godvergeten’ kreeg ik positieve reacties, alsof de mensen medelijden hadden met ons, broeders. We voelen ons meer gesteund dan aangevallen’.
Vrije tijd
Of ze de Belgische keuken kunnen appreciëren? ‘Indische gerechten vinden we toch nog steeds het lekkerst’, lacht Francis, zelf een uitstekende kok. Voor het klaarmaken van de lunch werken de dominicanen in Antwerpen met een beurtrol. ‘Maar stoofvlees met frietjes en witloof met hesp in de oven, lust ik ook wel’.
Francis Akkara, Oil Pastels Experiment
Dominicanen doen dus veel meer dan prediken. Nog een voorbeeld: Kiran studeert in zijn vrije tijd muziek (keyboards), Francis heeft teken- en schildertalent. Ons magazine Paullus heeft daar al vaak gebruik van mogen maken. En Joe? ‘Wat dat betreft ben ik een ‘loser’, maar ik ben gelukkig, ik heb niet het gevoel dat ik iets mis in mijn leven’.
Van zodra Kiran weer in Antwerpen is, mag Francis opnieuw vakantieplannen maken, Joe was in september 2023 in India. ‘Onze orde laat ons toe 30 dagen vakantie te nemen per jaar, maar niet iedereen is elk jaar een maand weg. En voor alle duidelijkheid: ook tijdens de vakantie blijven we dominicaan én religieus’ (lacht).
Guido Meeussen