In memoriam

Dominicaan Mark de Caluwe overleden

n zijn woonplaats Leuven is in de nacht van 22 januari dominicaan Mark de Caluwé (86) overleden. De uitvaart is op zaterdag 28 januari.

Wij nemen afscheid van onze medebroeder op zaterdag 28 januari om 11u in de Leuvense Sint-Jozefskerk (Boogardenstraat). Daarna wordt hij begraven op het kerkhof van de Park- abdij.

Mark de Caluwé OP (1936-2023)

Mark de Caluwé werd geboren te Gent in 1936, op 28 juli – de sterfdag van J.S. Bach, zoals hij er zelf graag aan toevoegde.

Als telg uit een kroostrijk gezin – hij was de tweede van tien kinderen – bleef hij steeds een familieman. Zijn vader Adiel (1906-1988) was geneesheer met specialisatie in de gynaecologie. Met zijn echtgenote Maria-Antonia De Wael (1913-2007) vestigde hij zich net voor de oorlog in Deinze, waar een nieuw moederhuis zou komen. Daar, aan de oevers van de Leie waarin de boeren toen hun vlas nog rootten, groeide Mark op en doorliep van 1948 tot 1954 de humaniora aan het Sint-Hendrikscollege.

Vader De Caluwe was tijdens zijn studies lid geweest van het Gentse Sint-Thomasgenootschap, de studentenbond onder geestelijke leiding van pater J.L. Callewaert. De ‘Leeuw van Vlaanderen’ werd een vriend des huizes, maar was zeker niet de enige pater die regelmatig over de vloer kwam. Vanop jonge leeftijd leerde Mark zo verschillende ’types’ dominicanen kennen, wat in hem het verlangen deed groeien zelf in te treden.

Eerste jaren als dominicaan

Op 8 september 1954 werd hij te Gent ingekleed, samen met zeven anderen, van wie enkel Trudo Gielen (†2011) eveneens in de orde zou blijven. Mark legde enkelvoudige professie af op 9 september 1955, plechtige professie op 26 december 1959 en werd priester gewijd op 30 juli 1961.

Zijn studies filosofie en theologie aan het eigen studium te Leuven bekroonde hij in 1963 met de lectoraatstitel. Vervolgens besloot de provinciaal hem in te zetten in het dominicaans studentenapostolaat in Gent, het Katholiek Universitair Centrum (KUC).

Bijgevolg moest Mark zijn droom om verdere studies te doen opbergen, maar lezen en studeren – vooral over kerkgeschiedenis en kerkvaders – bleef een levenslange passie.

Na enkele jaren werkzaamheid te Gent, als jeugdpredikant en als begeleider van de overgang naar de vernieuwde liturgie, werd hij in 1967 benoemd tot prior in het klooster in de Antwerpse Ploegstraat. Als prille dertiger belandde hij in een gemeenschap met wel wat veteranen, die hem onthaalden met de introïtus van Kerst: Puer natus est nobis!

Herkend als bestuurder

In 1970 zocht provinciaal Van de Walle hem aan als socius en provinciaal syndicus, wat een verhuis inhield naar het klooster op de Brusselse Tervurenlaan. Een jaar later nam hij te Tallaght voor de eerste maal deel aan een generaal kapittel, in 2013 te Trogir voor de zevende en laatste maal.

Opgemerkt om zijn bestuurlijke kwaliteiten, werd hij in 1974 naar Rome geroepen om assistent te worden voor de Europese provincies van de Germaanse taalgroep. Ook Zuid-Afrika viel een tijdlang onder zijn bevoegdheid.

Mark was assistent van twee opeenvolgende magisters, Vincent de Couesnongle en Damian Byrne, tot 1986. Deze Romeinse periode heeft hem gemarkeerd. Hij leerde er de orde kennen en waarderen in zijn internationale diversiteit. Later, als gastenbroeder in Leuven, was hij steeds blij wanneer buitenlandse broeders langskwamen, om hen aan te spreken in hun eigen taal en nieuws te vernemen over hun provincie.

In de orde kreeg hij allicht de grootste bekendheid door zijn werk voor de constituties. Hij verzorgde de uitgaven van 1983, 1986 en 1998, en werkte nog mee aan die van 2010. In 1998 werd hem gevraagd een inleiding te schrijven op de constituties, als handboekje voor het onderricht van novicen. Vandaag circuleert het in Engelse, Franse en Spaanse versie, en wordt het zeker niet enkel door novicen geraadpleegd.

Provinciaal en pastor

Bij zijn terugkomst uit Rome in 1986 werd Mark verkozen tot provinciaal, en bleef dit tot 1997. Een tijd van inkrimping en vergrijzing, waarin hij trachtte te zorgen dat allen kwaliteit van leven behielden en zich inzette om ook diegenen te betrekken die enigszins op afstand waren komen te staan.

In 1999 ging hij een nieuwe uitdaging aan, als parochie-administrator in Linden. Kort na zijn aanstelling gebeurde een familiedrama. Met pastorale bekwaamheid heeft hij toen de zwaar aangegrepen dorpsgemeenschap begeleid. In 2010 nam hij er afscheid, maar bleef betrokken zolang het kon. Toen hij enige jaren geleden besloot om niet meer met de wagen te rijden, was zijn bekommernis niet dat hij zijn eigen vrijheid had ingeperkt, maar wel dat hij nu bepaalde zieke of oude parochianen uit Linden niet meer kon bezoeken.

Twee termijnen diende Mark nog het klooster van Leuven als prior (2011-2017). Zijn krachten namen echter af, zijn geheugen liet hem steeds meer in de steek. Loslaten – bijvoorbeeld van de bibliotheek, waarin hij zoveel had gewerkt – viel hem zwaar, maar hij behield zijn milde lach en gevoel voor humor.

Net na Kerstmis werd Mark getroffen door een hersenbloeding en maakte een zware val. In het ziekenhuis verzwakte hij verder, spreken werd moeilijk. In de vroege ochtend van zondag 22 januari 2023 is Mark ingeslapen.

Heer, neem nu hem op, ‘uw medewerker die zich geheel en al gegeven heeft voor de Kerk, om alleen datgene te doen wat U waardig is’ – naar de H. Basilius.

Anton Milh OP

Eerder verschenen