roeders en zusters, hebt dus geduld, tot de komst van de Heer. De boer die uitziet naar de kostelijke vrucht van zijn land,
kan alleen maar geduldig wachten, totdat de winter ‑ en voorjaarsregens gevallen zijn.
Gij moet ook geduldig zijn, en moedig, want de komst van de Heer is nabij.
Broeders, klaagt elkaar niet aan; dan valt ge zelf onder het oordeel. Denkt eraan: de rechter staat al voor de deur.
Broeders, neemt een voorbeeld aan de lijdzaamheid en het geduld van de profeten, die gesproken hebben in de naam van de Heer;