20 Oktober 2022

Sporen: Dortmund ten tijde van Eckhart

Ga naar overzicht

Deel op:

eze zomer nam kerkhistoricus Guus Bary een 9-euroticket naar Dortmund, Duitsland, waar hij ronddwaalde tussen de dominicaanse sporen.

door Guus Bary

Vanuit ons land is de stad Dortmund een leuke dagtrip*. In de binnenstad kan men nog sporen van de kloosterstichting van de predikers aantreffen en de huidige Propsteikirche bezoeken.

Officieel geldt 1309 voor de predikbroeders in Dortmund als stichtingsjaar. Toen kregen ze een keizerlijk privilege om zich daar te vestigen. De canonieke erkenning vond plaats op het generaal kapittel in Piacenza in 1310. Dat was meer dan tachtig jaar na de komst van de eerste dominicanenkloosters in het Rijn- en Ruhrgebied.

Inmiddels was in 1303 de grote provincie Teutonia gesplitst in een verkleind Teutonia en een nieuwe provincie Saxonia. Meister Eckhart was de eerste provinciaal van Saxonia (1303-1311). In januari 1309 werd Hendrik VII (uit het Huis Luxemburg) in Aken tot keizer gekroond. Op zijn rondreis door het Rijk kwam hij in mei 1309 in Konstanz aan, de bisschopsstad en tevens quasi-Rijksstad. Ook de ‘Saksische’ provinciaal Eckhart was daar aanwezig.

Dortmund Propsteikirche

Propsteikirche, bron: Wikimedia Commons

Op 30 mei verkreeg Eckhart het privilege voor drie kloosterstichtingen in de nog jonge ordesprovincie: behalve Dortmund ook in Braunschweig en Groningen. Eckhart was zelf op 23 juni 1309 in Braunschweig geweest, waar in 1307 een stuk grond was verworven. In juli 1309 ging hij naar de vrije rijksstad Dortmund. Daar sprak hij met een priester van adellijke komaf, Everhard von Vrijdagh geheten. Deze Everhard sloot in naam van de provinciaal en de broeders dominicanen een koopverdrag voor de kloosterbouw.

Of Eckhart zelf ook in Groningen is geweest moet – anders dan de vermelding bij Wikipedia – betwijfeld worden. Vermoedelijk was er daar al vóór 1308 een dominicaanse vestiging en een gebouw, zoals uit een schenkingsoorkonde blijkt. De burgerij bleek nadien geen bezwaar te hebben. Maar zowel in Braunschweig als in Dortmund verzetten de stadsraad en geestelijkheid zich sterk tegen een permanent verblijf van predikbroeders.

In 1319 werd een tweede poging gedaan om het recht van kloosterstichting door te zetten, met een nieuwe groep predikers. In Dortmund liep dat op niets uit, in Braunschweig daarentegen wel, met een zegel van Meister Eckhart. Deze was inmiddels vicaris van de ordesmagister.

Kloostergang Dortmund

Kloostergang in Dortmund

De uitvoering in Braunschweig verliep daarna nog wel moeizaam. Het heeft tot 1330 geduurd dat de predikbroeders zich blijvend in Dortmund konden vestigen, na meer dan twintig jaar strijd met stadsraad en geestelijkheid.

Als je van de laaggelegen Hauptbahnhof komt, loop je in zuidelijke richting naar boven via de zogeheten Catharinatrappen de binnenstad in. Je ziet dan de evangelische Petrikirche opdoemen, die in restauratie is en niet toegankelijk. In oostelijke richting ervan is de enige in de binnenstad gelegen katholieke kerk, aan de Propsteihof. Men kan goed zien dat deze onderdeel uitmaakt van een gebouwencomplex. De oorspronkelijke rol als kloosterkerk bij het dominicanenklooster is duidelijk. Een rustieke omgeving, nabij drukke winkelstraten.

Vanaf 1331 gingen de broeders aan de slag met de bouw, zoals ook op het plakkaat aan de buitenkant van de Propsteikirche te zien is.

propsteikirche dortmund plakkaat

In de periode 1334-1353 werkte men aan de bouw van het koor, dat in 1354 werd ingezegend. Nadat het schip van de kerk gebouwd was, werd de hele kerk pas in 1458 ingewijd. Daarmee was de lange bouwgeschiedenis (1331-1458) voltooid.

In 1816 seculariseerde de Pruisische staat het klooster. Darmee kwam een eind aan de aanwezigheid van de predikers. De kerk zelf werd een ‘Gemeindekirche’, ofwel parochiekerk voor de katholieken, St. Johannes Baptist geheten. De huidige benaming Propsteikirche dateert van 1859 Toen verkreeg de pastoor de titel proost.

De kerk is met de omliggende gebouwen in 1943 verwoest door de geallieerden . Dat geldt ook voor de meeste archivalia en bronnen over de geschiedenis van de predikbroeders. Maar gebleven is de indrukwekkende architectuur van de kloosterkerk. Ook zijn enkele kunstvoorwerpen van weleer behouden.

propsteikirche-dortmund

Na de Tweede Wereldoorlog volgde een lange periode van restauratie (1947-1964). Daarna kwam een tweede herinrichting (1982-1988), waarbij de kerk als het ware werd opgenomen in het kloosterlijke gebouwencomplex van weleer. De ruimtelijke vormgeving valt het meeste op.

Dat geldt niet alleen voor de Propsteikirche, maar ook voor de oostelijke vleugel van de naastgelegen kruisgang in de kloostervleugel (foto zie boven). De oude kloostertuin is vanaf de straat door de hekken goed zichtbaar (foto rechts).

Verder is er aan de overkant van de kerk een ‘Katholische(s) Centrum’ ofwel ‘Maximilian Kolbe Haus’ bestemd voor vorming en beraad, voor heel het oostelijk Ruhrgebied. Aan de noordkant van de Propsteihof is een fraaie boekwinkel (Bonifatius Buchhandlung).

De Propsteikirche interieur

Bij de ingang staat aan de rechterkant een zuil met een madonnabeeld, gemaakt omstreeks 1420 uit Westfaals zandsteen. Aan de pilaren bevinden zich twee sculpturen, een van Dominicus en een van Thomas van Aquino, daterend uit ca. 1480 op naam van Eiche.

Er is een grote scheiding tussen het koorgedeelte waar de broeders zaten en en het schip van de kerk, voor de leken. Aan de lengte van het koor is te zien dat er een grote communiteit geweest moet zijn.

In de kerk kan men ook een blik werpen op het orgel, de sacramentskapel en grote hoge mooie ramen. Die ramen tonen twee catastrofen: de stadsbrand van 1232 en de verwoestingen in de Tweede Wereldoorlog. Maar ook zijn er met het wonder van Pinksteren, de nieuwe schepping ofwel de stad Gods.

Dominikus en Thomas von Aquin

Overige dominicana

Ik beperk me verder tot voorwerpen, die in dominicaans perspectief staan.

Boven het hoofdaltaar is een triptiek, dat als het waardevolste kunstwerk van de kerk wordt beschouwd. De afbeeldingen zijn omstreeks 1476 gemaakt voor het dominicanenklooster van Dortmund door Derick Baegert en zijn zoon Jan uit Wesel, in opdracht van een weldoener.

Het grote middenpaneel stelt het lijden en sterven van Jezus voor. De schilderstijl van vader en zoon Baegert is door hun Nederlandse buren beïnvloed; de felle kleuren vallen op. Opvallend zijn de eigentijdse kleding en kerkgebouwen op de achtergrond.

Het linkerpaneel wordt gedomineerd door vrouwen met hun kinderen, met Maria en kindje Jezus in het midden. Het rechterpaneel laat de aanbidding door de wijzen (koningen) uit het oosten zien. Op andere panelen zijn onder andere Petrus Martyr, Dominicus, Thomas van Aquino en Vincentius Ferrer afgebeeld.

220401_praemonstratenser_altar-baegert-totale-spieker

Aan een andere wand is er een rozenkransaltaar, met afbeeldingen van Maria en Dominicus, in 1523 vervaardigd door de Keulse schilder Hilgardus.

Rosenkranzaltar-20709

Kortom: een bezoek is voor liefhebbers van dominicaans verleden en heden meer dan de moeite waard. En: op loopafstand van het hoofdstation.

Guus Bary

* Nu op een NRW-ticket rechtstreeks elk uur te bereiken vanuit Venlo en Enschede; met 1 overstap ook vanuit Arnhem. Let op eventuele nieuwe aanbiedingen.

Recente literatuur over de eerste ontwikkeling van kloosters: Ursula Overhage, Konflikt und Konsens. Die Gründungen der Dominikanerklöster in der Teutonia (Münster 2014), h. 5.5. Dortmund (p. 234-265).

Met dank aan p. Wolfgang Stickler OP (Braunschweig).

Altar Werktagsseite-Detail-20695

Eerder verschenen

01 december 2023
Leestijd 2 min

Dominicaanse sporen

Lees meer