nlangs ontving dominicaan Jan Laan een speldje van de FNV, vanwege zijn langjarige lidmaatschap van de vakbond. Maar waarom is een religieus nou lid van een vakbond? Een pleidooi.
Jan Laan OP
Vakbonden hebben enorm veel betekend voor het welzijn van zeer veel mensen. Veel zaken die we nu heel normaal vinden zijn de afgelopen eeuw door vakbonden verworven.
Wat dacht u van het verbod op kinderarbeid? Medezeggenschap in bedrijven? De vergoeding van ziektekosten? Regels bij ontslag? Aandacht en uitkeringen voor niet-werkenden door de politiek? Zonder vakbonden redden veel mensen het niet.
Als religieus leef ik niet in een arbeidsbestel. Toch heb ik het altijd belangrijk gevonden om lid te zijn van de vakbond. Wij religieuzen staan voor het verwezenlijken van het Rijk Gods. Daarin telt ieder mens, mag ieder gehoord en gezien worden. Is dit niet ook het motto van vakbonden? Daarom durf ik de stelling te verdedigen dat elke religieus lid zou moeten zijn van een vakbond.
Onlangs mocht ik een speldje van de vakbond FNV ontvangen, vanwege mijn langjarige lidmaatschap. Ik vond dat een hele eer en het zette me aan het denken over hoe ik in mijn leven als religieus gewerkt heb en hoe ik in vakbonden een maatje heb gevonden.
De studie heb ik nooit afgerond, maar het voorbeeld van Lebret ben ik nooit vergeten!
Toen ik in 1968 als kapelaan in de dominicaanse parochie in Tiel begon te werken, kreeg ik de opdracht om voor de kaderleden van FNV bijeenkomsten in Tiel en Culemborg te organiseren over ethische vragen. Ik leerde daar veel over het alledaagse leven en de strijd van deze kaderleden voor een rechtvaardige samenleving.
In dezelfde periode probeerde ik mijn studie theologie af te ronden. Ik begon aan een scriptie over de betekenis van dominicaan Louis-Joseph Lebret (1897-1966). Lebret was een Franse dominicaan die in Rijckholt (Zuid-Limburg) studeerde. Hij raakte overspannen en ging terug naar zijn geboortegrond, Bretagne. Daar kwam hij in contact met kleine vissers en stond hij aan de wieg van hun eerste vakbond. Later stichtte hij onder meer de organisatie Economie et Humanisme en schreef hij mee aan de sociale encycliek Populorio progressio (1967). De studie heb ik nooit afgerond, maar het voorbeeld van Lebret ben ik nooit vergeten!
In mijn leven als dominicaan in parochies in Tiel en Rotterdam ben ik geïnspireerd door de feministe Joke Kool-Smit (1933-1981). Zij was in staat om vrouwen met verschillende achtergronden bij elkaar te brengen en zo bij te dragen aan de ontplooiing van hun betekenis en de verbetering van hun welzijn. Zelf is het me ook een aantal keer gelukt om onverwachte coalities te helpen smeden om een gemeenschappelijk doel te bereiken.
Ik heb gewerkt als tunnelwachter, suppoost en straatveger
In mijn parochie in Rotterdam gaf ik elk jaar tien bijeenkomsten om een Bijbelboek te bestuderen. Toen we eens de Wijsheid van Jezus Sirach lazen werd ik getroffen door wat er in het 38e hoofdstuk staat over gewone vaklieden: een boer, een graveerder, een smid en een pottenbakker. Zonder hen kun je niet in een stad wonen, zegt hij. Zij houden de goederen van de wereld in stand.
Waarschijnlijk ben ik een van de weinige dominicanen in Nederland en België die iets heeft mogen meemaken van het leven van priesterarbeiders. Ik heb gewerkt als tunnelwachter, suppoost en straatveger. Dat was een bijzondere ervaring, die ik samen met collega’s probeerde te vertalen naar ons werk in de parochies.
Broeder Jan Laan op Wageningen Universiteit tijdens de pauze van een lezing van dominicaan Godfrey Nzamujo, november 2021.
Het afgelopen jaar nog ben ik geïnspireerd door mijn Ghanese medebroeder Godfrey Nzamujo, die een week bij ons in Zwolle op bezoek kwam, en ook les gaf aan studenten van Wageningen University. Meer dan 30 jaar al laat Godfrey in zijn Songhay Center zien hoe we op een zorgvuldig manier kunnen omgaan met onze aarde.
Het is belangrijk dat we ons laten inspireren door wat geëngageerde zusters en broeders elders op de wereld doen. Op het laatste kapittel van de Nederlandse dominicanen is besloten daar elke twee jaar ruimte voor te maken. Het werken aan een betere aarde voor mens en natuur hoort ook bij onze opdracht om het Rijk van God te verkondigen.
Jan Laan OP