r is weinig zo leuk als in den vreemde wat tijd inruimen om in te zoomen op welke sporen acht eeuwen dominicaanse geschiedenis hebben achtergelaten. Dorry de Beijer o.p. en Leo Oosterveen o.p. deden dat in Zwitserland.
door Dorry de Beijer o.p.
In september jl brachten Leo Oosterveen en ik een weekje door in Zwitserland. In Basel gingen we op zoek naar de Predigerkirche. We waren vooral geïntrigeerd door het adres: de Totentanzplatz…?
De kerk bleek dicht, maar we hadden mazzel. Terwijl we de infoborden bij de ingang lazen, kwam er iemand aan die ons aansprak. Toen we bekend maakten wat onze interesse was, stelde hij zich voor als de koster en mochten we mee naar binnen! Hij vertelde graag, en bij het afscheid kregen we een mooi gidsje mee.
In 1233 vestigden zich de eerste dominicanen op uitnodiging van de bisschop van Basel in deze stad, waarschijnlijk uit Straatsburg. Kerk en klooster waren pas in 1255 klaar, maar bekend is dat er in 1242 al 42 broeders woonden. In 1269 wordt de kerk door Albertus Magnus, dan bisschop van Keulen, gewijd.
Naast de prediking in Baselland vraagt ook de cura monialum aandacht: de pastorale zorg voor de vrouwenkloosters. Zoals dat van Klingenthal aan de overkant van de Rijn in Klein Basel, waarvan het oudste gebouw nu fungeert als stadsmuseum.
Begin 15de eeuw komt een hervormingsbeweging op gang binnen de orde, en verjagen observante dominicanen uit Neurenberg, gesteund door het stadsbestuur, hun medebroeders. Als spiegel van deze strengere richting laten ze rond 1440 op de muur van het lekenkerkhof naast het klooster een zogenaamde Totentanz schilderen.
Helaas is deze begin 18e eeuw vernietigd. De koster toont ons een getekende kopie in kleur uit 1806: de dood danst met vertegenwoordigers van alle rangen en standen, te beginnen met de paus. Ook de schilder zelf en zijn gezin staan erop, als laatsten!
01 — 02
De Reformatie o.l.v. Hyldrich Zwingli (1484-1531) verdrijft vanaf 1528 de dominicanen uit Basel. De kerk wordt deels toevlucht voor Franssprekende protestanten, deels opslagplaats voor zout en fruit. In 1865 maakt het klooster plaats voor een ziekenhuis. Dat verklaart waarom we pal naast de kerk een oprit voor ambulances zien, met een piepklein Predigergartli ertussen! (zie foto hierboven).
Sinds 1877 heeft de Christkatholische Gemeinde, oftewel de Zwitserse oud-katholieke kerk, de Predigerkirche in gebruik. Want niet de paus, maar Christus is het hoofd van de kerk, aldus de koster. Breng daar als rooms-katholiek maar eens iets tegen in!
In de kerk is niets dominicaans te zien, behalve een heel bijzonder fresco. Daarin zijn twee afbeeldingen over elkaar geschilderd van de Spaanse dominicaan Vincentius Ferrer (1350-1419). De onderste laag gaat over het brood- en wijnwonder van Lacona; daaroverheen een jongere afbeelding van een preekscene zoals de observanten die het liefst zagen, nl. onder de vrije hemel.
Dat de Christkatholische Kirche de dominicaanse erfenis ter harte neemt, blijkt later op hun website. Zo zijn ze betrokken bij de revival van de Totentanz. In 2013 wekt de Britse filmregisseur Peter Greenaway op het kerkplein in een aantal kijkkasten de Totentanz weer tot leven. In 2016 organiseert een groep Zwitserse kunstenaars een Totentanz Fair op het terrein van de Herbstmesse, die bijna even oude papieren heeft. Zie: www.baslertotentanz.ch.
Al eerder, in 1986 had de beroemde Zwitserse kunstenaar Jean Tinguely (1925-1991), wiens museum we in Basel bezochten, een Mengele Totentanz geconstrueerd, bestaande uit 14 bewegende onderdelen. Zie: mengele totentanz – YouTube
Bij ons bezoek viel meteen de aandacht op voor meditatie en mystiek in het cursusaanbod. Niet verwonderlijk dus dat de website aandacht schenkt aan Johannes Tauler (1300-1361), leerling van Meister Eckhart.
Eind 1338 verlaten de dominicanen Straatsburg vanwege een conflict tussen keizer en paus. Tauler vestigt zich in Basel, ook omdat hij daar al vrienden heeft in de mystieke beweging van de zgn. Gottesfreunde.
Via hen leest hij het boek Das Fliessende Licht der Gottheit van Mechtild van Magdeburg o.p. (1207-1282), Ook knoopt hij contact aan met de visionaire dominicanes Margareta Ebner (1291-1351) in het Beierse klooster Maria Medingen. Bepaald niet naast de deur, maar Tauler maakt tijdens zijn Basler periode vele reizen. De cura monialum was niet alleen maar pastoraal eenrichtingsverkeer. Er was ook beïnvloeding over en weer tussen broeders en zusters.
Een paar dagen later lopen we in Bern toevallig tegen de volgende Predigerkirche aan.
Terwijl we bij een kerk wachten op een rondleiding door de prachtige Altstadt, ontdekt een medereizigster om de hoek een Predigerstrasse! Deze voordeur is gelukkig wel open en ja hoor, een dominicaanse kerk. Hoe we dat zien? vraagt de medereizigster. Boven de arcaden van beide zijbeuken is in zwart-wit een band met sobere versieringen aangebracht. Bovendien is dit net als de kerk in Basel een hallenkerk, een middenschip met twee zijbeuken, maar zonder transept.
Hallenkerken hebben een prima akoestiek, want iedereen moest de preek kunnen verstaan. Er staan ook oude koorbanken. Maar het echte bewijs leveren de twee kapellen achterin de kerk. Links zien we een afbeelding van de boom van Jesse, een stamboom die groeit uit de slapende Jesse als voorvader van Jezus. En daar recht tegenover groeit uit de slapende voorvader Dominicus een stamboom met vele dominicanen en dominicanessen.
We maken gauw wat foto’s, want de gids is inmiddels gearriveerd. Zij vertelt dat deze kerk eeuwenlang het hoogste gebouw van de stad was. De predikheren worden hier niet door de bisschop, maar door het stadsbestuur gevraagd, als een soort boodschappers van vrede. Bern werd toen verscheurd door de strijd tussen het Habsburgse Rijk en het hertogdom van Savoie. Ze bouwen tussen 1269 en 1310 aan kerk en klooster, maar ook aan hun politieke rol. Het klooster fungeert nl. ook als stadhuis, en soms als inquisitietribunaal.
De geschiedenis van deze Predigerkirche lijkt verder op die van Basel. Ook hier wordt in de 15e eeuw een Totentanz op de binnenmuur van het kerkhof geschilderd, die inmiddels verdwenen is. Ook hier worden de dominicanen tijdens de Reformatie verjaagd, het klooster wordt eerst ziekenhuis, later kazerne, en maakt eind 19e eeuw maakt plaats voor een theater. De kerk wordt eerst graanpakhuis, maar begin 17e eeuw de gebedsruimte voor de Franstalige minderheid, oftewel de paroisse réformeé Berne. Deze werkt veel samen met de katholieke Franstalige parochie, bijvoorbeeld voor Frans sprekende migranten. Zie hun tweetalige website www.egliserefberne.ch.
Ook in Génève, Lausanne en Zürich vestigen de dominicanen zich al vanaf 1230, maar zover zijn wij op onze reis niet gekomen. De reformierte Predigerkirche in Zürich presenteert zich op haar website nadrukkelijk met een verwijzing naar de dominicaanse oorsprong als een ‘auberge spirituelle’. Ze werkt in de zielzorg samen met het huidige dominicanenconvent. Er is ook een groeiende lekengemeenschap.
Het in 1953 herstichte convent in Génève richt zich op de commissie voor de mensenrechten bij de Verenigde Naties. Ook hier is een lekengemeenschap. Van de twee conventen in Freibourg is er een verbonden met de dominicaanse opleiding aan de universiteit. De laatste jaren studeren daar ook Nederlandse broeders. En last but zeker not least zijn er acht dominicanessenkloosters, waarvan er een eind 12e eeuw begon als begijnengemeenschap en andere al sinds de 13e eeuw ononderbroken bestaan! Een indrukwekkend, in Nederland weinig bekend stukje dominicaans verleden, heden en toekomst! Zie: www.dominikaner.ch en www.dominikanische-gemeinschaft.ch