aus Franciscus heeft de heiligverklaring goedgekeurd van Margaret van Castello, een fysiek beperkte lekendominicanes op de drempel van de 14e eeuw. 'Een gewonde genezer’, volgens magister Gerard Timoner o.p.
Margaret van Citta di Castello (of van Metola) werd in 1287 geboren als kind van adellijke ouders in Perugia, Umbrië (Italië). Ze stierf daar in 1320. Ze was blind, was erg klein, had een vergroeide rug en ongelijke benen. Ze groeide op zonder veel contact met de buitenwereld omdat haar ouders zich voor haar schaamden.
Als zestienjarige werd ze door haar ouders achtergelaten in de plaatselijke kerk vanwege haar handicap. Ze werd opgenomen door de armen van de stad, die voor haar zorgden.
Daarna namen zusters haar op in hun klooster, maar al snel verafschuwden ze haar aanwezigheid en werd ze opnieuw verstoten. Weer namen de armen van de stad haar op. Toen er dominicaanse broeders in de stad kwamen wonen werd ze aanvaard als lid van de Derde Orde (tegenwoordig lekendominicanen geheten).
Margaret droeg vanaf dat moment het habijt van de Derde Orde en begon een school waar ze kinderen onderwees in geloofszaken. Vaak zorgde ze voor de kinderen als hun ouders aan het werk waren. Ook bezocht ze zieken, gevangenen en stervenden.
Margaret’s heiligheid was voor de Perugianen zo evident dat ze na haar dood op 12 april 1320 aan de pastoor vroegen of ze begraven mocht worden in de kerk, een eer die voor weinigen was weggelegd. De pastoor weigerde, maar toen een gehandicapt meisje op haar voorspraak werd genezen stemde hij toe.
In 1558 werd het graf geopend vanwege het proces van zaligverklaring. De kist en kleren waren vergaan, maar het stoffelijk overschot van Margaret niet. De plaatselijke bisschop gaf opdracht een nieuwe kist te maken en liet het lichaam inspecteren.
Margaret was naar schatting niet langer dan 1,20m, haar hoofd was vrij groot, haar voorhoofd breed met een gezicht dat taps toeloopt naar de kin met een vrij prominente neus. Haar tanden waren klein en gelijkmatig en waren aan de randen gekarteld. Haar handen en voeten waren klein, haar rechterbeen was anderhalve centimeter korter dan haar linkerbeen.
Margaret bleef vereerd worden in haar streek en in de predikorde. In de 19e eeuw reisde de verering mee naar de VS en de Filippijnen. Ze werd zalig verklaard door paus Paulus V in 1609. Haar heiligverklaring werd op 24 april 2021 goedgekeurd door paus Franciscus.
‘Ze was blind, maar zag de goedheid in mensen’, schrijft magister Gerard Timoner o.p. in een brief aan de Orde vanwege de heiligverklaring. ‘Ze was een “gewonde genezer”, een mens met handicaps die anderen beter maakte, een uitgestotene die ontmoedigde mensen verwelkomde: een beeld van Gods transformerende liefde.’