15 December 2020

Covido ergo zoom

Ga naar overzicht

Deel op:

oe raakt deze tijd de zielen van mensen? Leden van de predikorde zoeken naar woorden. Lekendominicaan Evert van den Berg over beperkingen en vrijheid.

Like a bird on the wire,
Like a drunk in an midnight choir
I have tried in my way to be free

Leonard Cohen

door Evert van den Berg o.p.

En toen was er corona, die als een snel in kracht toenemende orkaan over ons heen kwam. Zo stormde het in het Veluwse dorp waar onze kin­deren zijn opgegroeid en vielen de bomen er bij bosjes om. Even later werd het stil om ons heen. Een slimme opsluiting, vooral van kwetsbare mensen.  Eenzaamheid. Overal het dreigende virus.

En zo kom je ineens in een situatie terecht van onvrijheid. Onbekommerd ergens heen gaan of bezoek ontvangen is er niet meer bij. Sociale netwerken liggen plat of we gaan in het spoor van Descartes-nieuwe-stijl: Covido ergo zoom, maar dan zie je elkaar wel maar je ontmoet el­kaar niet. En dan toch proberen zo vrij als een vogel te zijn?

Op zo’n vraag geeft de filosoof Hannah Arendt een bevestigend antwoord. In haar essay De vrijheid om vrij te zijn maakt ze namelijk onderscheid tussen het werk van alle­dag dat gebeu­ren moet om in leven te blijven, dat zo gemakkelijk van sleur tot slavernij kan verworden, en han­delen. Dat laatste is iets nieuws beginnen, ont­snappen aan elke vorm van nood­zaak.

De buren bleken heel an­de­re dingen te weten dan ik

En dat hebben we ook om ons zien gebeuren in de vorm van allerlei initiatieven. Vrijheid is dat je al­tijd iets nieuws kunt be­ginnen. Bij ons gebeurde dat onder meer in de vorm van een buurt-app, waar­mee je elkaar op de hoogte hield van wel en wee, en die ons digitaal bijeenbracht met een buurt-quizz. Daarbij eindigde ik wel roemloos op de laatste plaats; de buren bleken heel an­de­re dingen te weten dan ik.

Maar er kwam meer. Mij bood het gedwongen isolement me de ruimte om me grondig te gaan te ver­diepen in een aantal minder be­ken­de preken van Eckhart. En ook hij bleek een visie op vrijheid te heb­ben. Zo las ik in een daarvan, Impletum est tem­pus Elisa­beth – ‘Voor Elisabeth is de tijd ver­vuld’ – ze zal binnenkort een kind krijgen – de volgende uitspraak:

‘Wan­neer we bo­ven de tijd en tij­delijke zaken uit zijn getre­den, zijn we vrij en te allen tijde blij, en dan is er de volheid van de tijd. Dan wordt de Zoon van God in jou ge­bo­ren.’

Op het eerste gezicht klinkt dit nogal losgezongen te zijn van de realiteit. Typisch middel­eeuw­se wereldverachtende metafysica. Afscheid nemen van het aardse, je losmaken van het hier en nu, zodat God in je komt wonen, komt dan alles goed?

Maar dat is Eckharts bedoeling niet. In een andere preek, over Martha en Maria, stelt hij na­me­lijk niet de contemplatieve Maria, maar Martha als voorbeeld, en die staat met twee benen in het volle leven. Alleen, ze is wel zorgzaam, maar staat, zoals Eck­hart dat noemt, bíj de din­gen, de dingen staan niet in háár. Ze doet wat gedaan moet wor­den, maar wordt er niet door beheerst. Ze is vrij. En ook voor mensen zoals wij kan steeds de tijd vol zijn, zodat we ineens over de dingen heen kennen kijken en daarin Gods wereld kunnen zien. Dan kunnen wij van­uit de ver­bon­denheid met God in vrijheid leven. Zoals de vogels in de lucht.

*

In deze serie verscheen al:
Om het heil der zielen’ van Ineke van Cuijk o.p.
Thomas’ remedies tegen verdriet van Augustinus Aerssens o.p.

‘De ziel moet altijd op een kier’ van Joke Schakenraad o.p.
Zien, stilstaan en delen bij Maria in Oele, van Marie-José Dusseldorp o.p.