oe raakt deze tijd de zielen van mensen? Leden van de predikorde zoeken naar woorden. Geestelijk verzorger en lekendominicaan Marianne Merkx: 'Geestelijke verzorging thuis krijgt een dubbele betekenis.’
Marianne Merkx o.p.
Al negen maanden in een wereld van afstand nemen en zo min mogelijk ontmoeten. Het staat haaks op waar mijn ziel naar uitgaat.
Natuurlijk pas ik me aan en zoek nieuwe mogelijkheden en kansen. En dat zie ik veel om me heen. Maar het was wel even schakelen: mijn core business als geestelijk verzorger is het bezoeken van mensen bij hen thuis, om daar in alle rust en ruimte hun levensvragen te verkennen. In maart was die werkwijze niet meer verantwoord. Tegelijk werd menig levensvraag groter, lastiger, zwaarder tijdens de lockdown.
Zo gebeurde het dat geestelijke verzorging thuis een dubbele betekenis kreeg. Niet alleen de client maar ook de geestelijk verzorger zat thuis. We gingen via telefoon of computer het gesprek aan met of zonder beeld. Mailtjes, appjes en kaartjes als aanvulling.
‘Ik vind dit eigenlijk veel prettiger’, vertrouwden enkele mensen me toe.
Een slap aftreksel van een echte ontmoeting, zo dacht ik vooraf, maar beter iets dan niets. ‘Ik vind dit eigenlijk veel prettiger’, vertrouwden enkele mensen me toe, ‘ik praat meer vrijuit nu je me niet kan zien.’
Iemand anders verraste me door te vertellen hoeveel kracht deze isolatie haar gaf: ‘Eerst was alleen mijn wereldje zo klein, nu zit iederéén in zijn eentje thuis.’ Het gaf haar kracht, zo met zijn allen in hetzelfde schuitje. Haar problemen kwamen in een ander licht, onze gesprekken hielpen haar dat te accentueren. Een ander werd zo blij van de saamhorigheid in de buurt: ‘Ik wist niet dat ik zulke lieve buren had!’ Haar sociale eenzaamheid werd minder waardoor er ruimte kwam voor de existentiële vragen.
Het deed goed dit te horen. Ook om te ervaren dat minder onderweg zijn, mij ook goed deed. Het was alleen niet het hele verhaal. De andere kant kwam naar voren toen de wereld weer wat meer openging. De eenzaamheid en het verdriet van de gedwongen isolatie, de angst voor en spanning over dat ongrijpbare virus en beleid én de constante onzekerheid, twijfel en teleurstelling: het trok een grote wissel bij heel wat mensen.
Om niet kopje onder te gaan hebben we ruimte nodig om naar binnen te kijken en dat te uiten
Ik zie om me heen indrukwekkende veerkracht van mensen, jong en oud, maar deze wordt enorm op de proef gesteld. We zitten in eenzelfde schuitje, op een woelige zee.
Voor mensen met weinig reserves – fysiek, emotioneel, economisch, sociaal of spiritueel – is de rek er wel eerder uit en is afknappen niet denkbeeldig. Zij ervaren geen schuitje (meer), maar worden moe van het watertrappen. Helemaal als ze als zielig worden bestempeld of zichzelf zo ervaren. Maar net zo goed als ze horen hoe flink, sterk en dapper ze zijn. Vervreemding, eenzaamheid en schuldgevoel liggen op de loer. Als ‘heilige’ worden gezien, want je doet het zogenaamd zo goed, maar je zo kwetsbaar en beschadigd voelen. Verre van heel.
Ze/we zijn zielig noch heilig. Om niet kopje onder te gaan hebben we geen medelijden nodig, ook geen aanmoediging om te bluffen. Wel ruimte om naar binnen te kijken en dat te uiten. Ruimte voor verdriet en angst.
De pandemie zet veel op zijn kop, hopelijk ook ons maakbaarheidsideaal en de illusie van permanent geluk. Hopelijk komt er meer ruimte voor verdriet en angst. Om zo dichterbij onszelf en de A/ander te komen. Daar vertrouw ik op.
Marianne Merkx
In deze serie verscheen al:
‘Om het heil der zielen’ van Ineke van Cuijk o.p.
Thomas’ remedies tegen verdriet van broeder Augustinus Aerssens o.p.
‘De ziel moet altijd op een kier’ van Joke Schalkenraad o.p.
Zien, stilstaan en delen bij Maria in Oele van Marie-José Dusseldorp o.p.
Covido ergo zoom, van Evert van den Berg o.p.