e stervensdag van Dominicus is een dag van hoop. Dat klinkt raar, erkent magister van de Orde Gerard Timoner o.p., zeker in een tijd van pandemie. Hij schreef een brief aan zijn broeders en zusters van de predikorde.
Gerard Timoner. Foto Didier Croonenberghs o.p.
Normaal wekt een pasgeboren baby of een schitterende dageraad hoop, of in deze tijd nieuws over een werkend vaccin tegen COVID19. Het moment van de dood van de vader en eerste broeder van de Orde der Predikers is echter hoopvol omdat Dominicus voor zijn sterven beloofde zijn broeders en zusters vanaf de andere kant nabij en behulpzaam te zijn in het gebed. En ook stierf hij niet alleen, maar omgeven door zijn broeders.
Vanuit dat beeld vertelt de in 2019 gekozen magister Gerard Timoner hoezeer de coronapandemie voor wanhoop en isolement zorgt, ook bij zusters en broeders die hun pastorale werk niet goed kunnen doen. Ook schetst hij hoeveel creativiteit er desondanks op gang is gekomen om toch te vieren, les te geven, te begeleiden.
Op meerdere plekken, ook in Nederland, zijn leden van de Orde gestorven aan het virus. Het is pijnlijk om elkaar dan niet fysiek nabij te kunnen zijn. ‘Hoop is gebaseerd op de zekerheid dat God ons nooit in de steek zal laten’, schrijft de magister. ‘Hoop is de verzekering dat God verblijft in de mysteries van vreugde, verdriet, heerlijkheid en licht van ons leven.’