Hierheen Adem

ierheen Adem, steek mij aan,
stuur mij uit jouw verste verte
golven licht.

Welkom armeluisvader
welkom opperschenker
welkom hartenjager.

Beste tranendroger
lieve zielsbewoner
mijn vriend mijn schaduw

Even rusten
voor tobbers en zwoegers,
voor krampachtigen een verademing,
ben je.

Onmogelijk mooi licht,
overstroom de afgrond
van mijn hart,
jou zo vertrouwd.

God ben jij,
zonder jou is alles nacht en ontij,
wreedheid, schuld,
maar jij maakt schoon.

Verflenst mijn bloem
geef water
zalf mijn wonden.

Stijf sta ik,
toegang verboden, ijzig.
Ontdooi mij, koester mij.

Vreemd ga ik, zoek mij.
Ik zeg ja jij, doe nee.
Vergeld mijn twijfel met vriendschap
zeven maal duizend maal.

Niets ben ik zonder jou.
Dood wil ik naar jou toe.
Dan zal ik lachen.

*

Huub Oosterhuis
Uit: Verzameld liedboek (2004), p. 476.

*

Sluit dit scherm om terug te gaan naar de viering.