ekendominicanen hebben geen klooster, toch zijn ze religieus. Zes van hen vertellen wat dat voor hen betekent.
Roy Clermons is lekendominicaan en pastor in psychiatrisch ziekenhuis De Grote Beek. Op zijn armen staan opvallende tatoeages die verwijzen naar de kruiswonden van Christus en het centrale gegeven van onze kwetsbaarheid.
‘We leven in een wereld die grillig is en onvoorspelbaar, omdat het menselijk bestaan per definitie gebroken is en ongewis. Er is veel lijden en voortdurend zoeken we naar wegen om ons staande te houden in deze wereld. We zien vandaag de dag hoe moeizaam dat gaat.’
‘In dit proces van menswording zijn mensen erg gericht op de eigen zelfverwerkelijking. Dat gaat vaak ten koste van (de meest kwetsbare) anderen en de wereld waarop we leven.’
Marijke Besteman is al sinds 2003 lekendominicaan. Haar lidmaatschap van de gemeenschap heeft betekenis op allerlei manieren. In tijden van persoonlijk verlies, maar ook in het plezier van het samen zijn.
Gerard van Etten werkte vele jaren in zorg en welzijn en beschouwt zich eerder als een doener dan als een verkondiger. Daarin voelt hij zich het meeste geïnspireerd door de zusters. ‘Compassie is voor mij een kernwoord. Het heeft lang geduurd voordat ik dat in de gaten had’, zegt hij in onderstaand filmpje.
Suzanna Louwerse zegt: ‘Voor mij als lekendominicaan gaat het om wat ik meemaak in het alledaags leven. In het werk, in het contact met mensen, in de rust vinden en in ons geval ook in het pleegouder zijn.
Hans Hamers is blij dat hij deel is van een gemeenschap waar het over de meer wezenlijke dingen van het leven gaat. Dat werkt zelfs door bij de tennisclub.
Anneke Grunder is voorzitter van de lekendominicanen/ ‘Lekendominicaan zijn betekent voor mij: me toevertrouwen aan het Leven, ook in tijden van tegenslag of verdriet. Dat vertrouwen wil ik leven in wat ik zeg en doe in contact met anderen. Mijn broeders en zusters zijn daarbij een belangrijke inspiratiebron.’