21 November 2019

Het religieuze leven als protest

Ga naar overzicht

Deel op:

ehoorzaamheid? Kuisheid? Armoede? In tijden van 'vrijheid blijheid’ lijkt een keuze voor het religieuze leven hopeloos ouderwets. Maar misschien, betoogt dominicaan Richard Steenvoorde, is het wel dé proteststem waar onze samenleving naar snakt.

Dit artikel is gebaseerd op een toespraak van Richard Steenvoorde o.p. op het recente Allerheiligenberaad van katholiek-maatschappelijke organisaties. Het verscheen op 8 november als opinie-artikel in Katholiek Nieuwsblad.

In de Netflix-serie The Young Pope vraagt de hoofdpersoon op een goed moment aan zijn persvoorlichter wat de overeenkomst is tussen schrijver J.D. Salinger, regisseur Stanley Kubrick, popgroep Daft Punk en kunstenaar Banksy. Het zijn belangrijke namen die onze hedendaagse cultuur gevormd hebben. Maar wat ze volgens de fictieve paus Pius XIII delen, is dat ze zich geen van allen in het openbaar laten zien. Door zich niet te laten zien, door zich niet te laten fotograferen, prikkelen deze kunstenaars onze verbeelding.

Het opnieuw prikkelen van de katholieke verbeelding om zich zo te laten raken door God, vormt de rode draad in deze vermakelijke maar ook controversiële Netflix-serie. De revolutionairen van 1968 hadden gelijk, zo zegt de jonge paus, met hun stelling dat de verbeelding regeert. Ze hebben alleen gefaald omdat ze niet genoeg verbeelding hadden.

Ons ontbreken de grote verhalen. De postmoderne filosofen van de jaren zeventig noemden dat een goede zaak, het zou vrijheid scheppen. Met de kennis van nu kunnen we zeggen dat we misschien te hoge verwachtingen hebben gehad over de vrijheid, over de fantasie, waarmee gewone mensen hun leven vorm geven. Vrijheid zonder inbedding is geen vrijheid, maar leidt tot onzekerheid en banaliteit.

Juist in kerkelijke kringen heerst grote onzekerheid over wat we nog te vertellen hebben vandaag de dag.

Maar kan het christelijke verhaal opnieuw inbedding bieden? Juist in kerkelijke kringen heerst grote onzekerheid over wat we nog te vertellen hebben vandaag de dag. Maar mensen die geraakt zijn door het levende Woord van God leven niet onder een kaasstolp. Zij staan niet afzijdig van de wereld of van de ervaringen van andere mensen.

De Engelse dominicaan Timothy Radcliffe schrijft daarover in zijn nieuwste boek: ‘Iedereen, ongeacht haar of zijn geloof (of ongeloof), die de complexiteit van het leven inziet, van het verliefd-worden, van het in de problemen raken, van het weer oppakken van je leven en opnieuw beginnen, van het geconfronteerd worden met ziektes naarmate je ouder wordt, kan ons helpen om iets meer van ons geloof te begrijpen.’

Het christendom gaat niet om het slechts naleven van regeltjes, hoe belangrijk die soms ook zijn. Het gaat om een vrij leven in God en met God. De uitdaging van zo’n leven in onze tijd ligt niet in het overwinnen van de secularisatie, maar in het strijden tegen de banaliteit van het alledaagse waarin mensen slechts overleven en niet voluit leven.

We moeten niet alleen maar uit de bron putten, we moeten ons durven onderdompelen in de bron, om de volheid en de vreugde opnieuw te kunnen voelen. Dat vraagt om durf en overgave, en om een andere manier van kijken, opnieuw kijken, creatiever kijken, met meer fantasie, met meer verbeelding.

20180818_Rotterdam_Wandeltocht_52_©RamonMangold

In augustus 2018 liepen de broeders en tal van (dominicaanse) vrienden van Nijmegen naar hun nieuwe plek in Rotterdam, over kronkelende dijken en langs allerlei binnenwegen.

Maar hoe dan? Laat ik mijn eigen nieuwe religieuze gemeenschap als voorbeeld nemen. Met enkele medebroeders woon en werk ik sinds kort in hartje Rotterdam. Wij zijn net begonnen. De verwachtingen om ons heen liggen hoog.

Er is werk genoeg, de velden staan vol, de nood is hoog. Maar we kunnen nog niet veel. We zijn niet erg nuttig om de plannen van mensen om ons heen uit te voeren, soms tot hun frustratie. Stap voor stap kijken we waar God ons roept. Vooralsnog ligt onze maatschappelijke betekenis meer in wat we zijn dan in wat we doen.

Maar wat we zijn is eigenlijk al een commentaar op het politieke. Neem onze leefregel. Iedere orde of congregatie heeft er een. Maar iedereen die het religieuze leven leeft, weet dat het klakkeloos uitvoeren van de regel geen religieus leven is. Het is eerder andersom, de regel is er ter ondersteuning van de missie, de opdracht, van waar een gemeenschap voor staat. Het geleefde leven, de praktijk, interpreteert de regel, en niet andersom. De regel is een hulpmiddel, een richtsnoer, maar sluit ons niet op.

Dominicanen leggen maar één gelofte af, die van gehoorzaamheid. Dat doen zij op de regel, waarin de andere evangelische raden ook genoemd staan. Iedere religieus weet dat gehoorzaamheid uiteindelijk misschien wel de moeilijkste gelofte is. Tegelijkertijd is het afleggen van een belofte van gehoorzaamheid ook een soort protest. Wie gehoorzaamheid aflegt, geeft namelijk niet zijn verantwoordelijkheid voor het eigen leven uit handen, maar neemt die juist ten volle op zich. Hieraan committeer ik mij.

Gehoorzaamheid vraagt van mij om het grotere plaatje te zien, een groter welzijn te dienen.

Door deze manier van gehoorzaamheid en verantwoordelijkheid te verbinden, is onze manier van leven een protest tegen een samenleving waarin mensen van hun verantwoordelijkheden weglopen. Tegen een samenleving waarin mensen niet meer naar elkaar luisteren en elkaar alleen nog maar digitaal de meest vreselijke dingen toewerpen. Maar ook tegen een samenleving waarin alleen mijn eigen belang en mijn eigen mening tellen.

Gehoorzaamheid vraagt van mij om het grotere plaatje te zien, een groter welzijn te dienen, en daar verantwoordelijkheid voor te nemen.

Omdat de andere evangelische raden ook van belang zijn, zal ik er nog kort op ingaan. De gelofte van kuisheid is een protest tegen een samenleving waarin mensen elkaar behandelen als middelen ter bevrediging van hun behoeften. Het is een protest tegen een samenleving waarin niemand vragen stelt over het misbruik van vrouwen en mannen in de seksindustrie. Een samenleving die wegkijkt van de verstrekkende gevolgen van internetporno en de slachtoffers die zij maakt. Het stelt de vraag of wij mensen elkaar nog recht in de ogen kunnen kijken zonder bijbedoelingen.

De gelofte van armoede is een protest tegen het klakkeloos consumentisme en de uitbuiting van de aarde. Het wijst ook op de integrale ecologie van paus Franciscus. Wij delen een gezamenlijk huis, stelt hij in de encycliek Laudato Si’, wij delen een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de ecologie van de aarde, van de biologische tot de sociale ecologie.

20190923_DenBosch_Theater_3_09_©RamonMangold richard steenvoorde

Richard Steenvoorde o.p. (foto Ramon Mangold, bij de eerste voorstelling van Cabaretiers en andere Predikers).

Ten slotte is, naast onze regel en geloften, ook de liturgie een protest. Om met de Cubaans-Amerikaanse theologe Cecilia Gonzalez-Andrieu te spreken, het gaat hier om het verschil tussen glorie en glamour. Liturgie is het eer brengen aan God, het eer brengen aan het verhaal van God met mensen, en eigenlijk de hele schepping. Eeuwenlang inspireerde de glorie van de liturgie de kunstenaars, de schilders, de componisten, de dichters. Glorie gaf perspectief, glorie gaf hoop, glorie was iets dat wij allemaal eens zouden bereiken op de dag dat we – in de woorden van de onlangs overleden Amerikaanse senator Elijah Cummings – zullen dansen met de engelen.

Glorie is het protest tegen de illusie van het dunne laagje chroom waarover Henk Westbroek ooit zong. Het is een protest tegen het schroot van het populisme dat met een laagje glamour verkocht wordt. Gebakken lucht, nepnieuws.

Waarom, vraagt Cecilia Gonzalez zich af, is het populisme zo agressief? Haar antwoord is schokkend: omdat het niets verbergt. Letterlijk; het populisme probeert zijn eigen leegte aan het oog te onttrekken. In de leegte schuilt echter het kwaad. Wat is het kwaad anders, zo vroeg Thomas van Aquino zich in de dertiende eeuw al af, dan de afwezigheid van het goede?

Vandaag de dag is duidelijk zijn over wie wij zijn net zo belangrijk, zo niet belangrijker, dan enkel de vraag wat wij doen.

Vandaag de dag is duidelijk zijn over wie wij zijn net zo belangrijk, zo niet belangrijker, dan enkel de vraag wat wij doen. Iedereen kan namelijk beweren iets te doen, en met een dun laagje chroom ziet het er al snel indrukwekkend uit. Maar is de vraag niet veel meer: durven wij als katholieken iets te zijn? Iets wat in onze hele manier van doen en laten al een getuigenis is, een bijdrage aan de humanisering van de wereld?

Onze samenleving heeft behoefte aan meer authentieke en creatieve christelijke verbeelding en minder banaliteit en glamour. De velden staan vol. Wie durft?

*

Richard Steenvoorde o.p. is studentenpastor in Rotterdam en onderzoeker aan de KU Leuven op het gebied van politieke theologie. Dit essay is een verkorte versie van een lezing die hij onlangs hield op het Allerheiligenberaad van het VKMO Katholiek Netwerk in de Priorij St.-Catharinadal in Oosterhout. Het stond op 8 november in Katholiek Nieuwsblad.