20 Maart 2019

Woensdag, 20 Maart 2019 : Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 20,17-28.

Ga naar overzicht

Deel op:

oen Jezus van plan was naar Jeruzalem te gaan nam Hij de twaalf apart en onder­weg sprak hij tot hen:
&Wij gaan nu naar Jeruzalem, waar de Mensen­zoon aan de hogepries­ters en schriftgeleer­den zal worden overgeleverd. Zij zullen Hem ter dood veroordelen
en aan de heidenen overleveren om Hem te bespotten, geselen en kruisigen, maar op de derde dag zal Hij verrijzen.’
Toen­dertijd trad de moeder van de zonen van Zebedeus samen met hen op Jezus toe en wierp zich voor zijn voeten om Hem iets te vragen.
Hij sprak tot haar: &Wat verlangt ge?’ Zij antwoordde Hem: &Laat deze twee jongens van mij in uw Koninkrijk zitten, een aan uw rechter ‑ en een aan uw linkerhand.’
Maar Jezus antwoordde: &Gij weet niet wat ge vraagt. Zijt gij in staat de beker te drinken die Ik ga drinken?’ Zij zeiden hem: &Ja, dat kunnen wij.’
Hij sprak: &Inder­daad, mijn beker zult gij drinken, maar het is niet aan Mij u te doen zitten aan mijn rechter ‑ of linkerhand, omdat alleen zij dit verkrijgen voor wie mijn Vader dit heeft bereid.’
Toen de tien anderen dit hoorden, werden zij kwaad op de beide broers.
Jezus echter riep hen bij zich en sprak: &Gij weet, dat de heersers der volkeren hen met ijzeren vuist regeren en dat de groten misbruik maken van hun macht over hen.
Dit mag bij u niet het geval zijn; wie onder u groot wil worden, moet dienaar van u zijn,
en wie onder u de eerste wil zijn, moet slaaf van u wezen,
zo­als ook de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen.’