ekendominicanen hebben geen klooster. Ze leven als religieus 'in de wereld’. Wat betekent dat concreet? Aflevering 8: Anneke Grunder over haar ervaringen van rouw: 'Soms voltrekt zich even het wonder: ik raak verstild, voel me geborgen in mijn pijn’.
Zoals we over de hele wereld spreken over de tijd vóór en ná 9-11, zo denk ik in de tijd vóór of na 29-8. Vorig jaar op die dag stierf plotseling Aletta, mijn huisgenote en soulmate. Bijna veertig jaar deelden we samen ons huis en ons leven. Het was een schok, die, als een aardbeving, meerdere naschokken veroorzaakte bij mij en bij naasten om mij heen.
Toch ervaar ik, in alle heftige emoties en diep verdriet, deze periode op de beste momenten ook als een zegen. Zoals het licht zijn rijkdom aan kleuren alleen kan tonen in het breken van dat licht, zo wordt de glans van hechte vriendschap juist intens voelbaar en zichtbaar in het moeten loslaten van deze kostbare en geliefde mens.
En dat maakt me niet alleen een verdrietig, maar ook een dankbaar mens. Het was helpend om de schat van liefde die zij in zich droeg en wegschonk, te mogen benoemen in het afscheidswoord bij haar uitvaart.
Geloven is voor mij allereerst een me toevertrouwen aan de Eeuwige en aan het Leven zelf.
Soms is de pijn van het verlies heftig en rauw. Vooral wanneer er in contacten misverstand en onmacht spelen, in het omgaan met deze nieuwe situatie. Ook de tranen van naasten raken me.
Maar als we de pijn van het verlies kunnen delen, doemt naast dat verdriet – door alle verschil in beleving van dat gemis heen – begrip en verbondenheid op. Die ervaring geeft levensmoed, houdt ons geborgen in het bestaan, ook nu.
En dan is er nog iets. Geloven is voor mij allereerst een me toevertrouwen aan de Eeuwige en aan het Leven zelf. Daarom probeer ik het aan te durven alle verdriet door me heen te laten gaan, vertrouwend dat ik uiteindelijk uit zal komen bij Hem die ik mijn God noem.
En soms voltrekt zich dan even het wonder: ik raak verstild, voel me geborgen in mijn pijn, en weet de Eeuwige en in Hem Aletta even rakelings nabij.
Zo is dit rouwproces een voortdurende cirkelgang van Goede Vrijdag naar Pasen.
In mijn geloven zoek ik richting. Daarbij helpt het me te bidden en teksten uit de Bijbel te doordenken en het resultaat in een preek vast te leggen. Ik ben in mijn preek gericht op anderen, maar help zo ook mijzelf.
Voorgaan is in alle verdriet een grote vreugde. Ik word daarin soms boven mezelf uitgetild. Dan ontstaat een kracht – ik noem dat genade – die me nieuwe moed en vertrouwen geeft. Het is genezend.
Zo is dit rouwproces een voortdurende cirkelgang van Goede Vrijdag naar Pasen, waarin de Eeuwige en ook Aletta met me meegaan. Een cirkelgang die me – zo vertrouw ik – uiteindelijk thuis zal brengen bij mezelf en bij God en die me op een nieuwe manier verbonden houdt met de mens die me lief was en lief blijft, tot over de dood heen.
Anneke Grunder OP
*
Eerder verscheen:
Broeder Kees, patiënt
Zuster Ineke, gevangenispastor
Broeder Gerard, baanzoekend
Zuster Jacqueline, onderwijsbegeleider
Broeder Herman, bezoeker van gevangenen (1)
Broeder Herman, bezoeker van gevangenen (2)
Broeder Roy, pastor in de psychiatrie