ens ging Jezus naar de oever van het meer. Al het volk kwam naar Hem toe en Hij onderrichtte hen.
In het voorbijgaan zag Hij Levi, de zoon van Alfeüs, aan het tolhuis zitten en sprak tot hem: &Volg Mij.’ De man stond op en volgde Hem.
Terwijl Jezus eens in diens woning te gast was, lag met Hem en zijn leerlingen
ook een groot aantal tollenaars en zondaars aan, want er waren er velen die Hem volgden.
De farizeese schriftgeleerden die zagen dat Hij at met zondaars en tollenaars,
zeiden tot zijn leerlingen: &Hoe kan Hij eten en drinken met tollenaars en zondaars?’
Jezus hoorde dit en antwoordde hun: &Niet de gezonden hebben een dokter nodig,
maar de zieken. Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.’