04 Augustus 2018

Zaterdag, 4 Augustus 2018 : Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 14,1-12.

Ga naar overzicht

Deel op:

n die tijd begon Jezus’ vermaardheid tot de viervorst Herodes door te dringen,
en hij zei daarom tot zijn hovelin­gen: &Dat moet Johannes de Doper zijn; hij is uit de doden opgestaan; vandaar dat die wonderkrachten in hem werken.’
Want omwille van Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus, had Herodes Johannes laten grijpen en geboeid in de gevangenis geworpen,
omdat hij tot hem gezegd had: &Het is u niet geoorloofd haar als vrouw te hebben.’
Daarom had Herodes hem eigenlijk ter dood willen brengen, waar hij was hiervoor teruggeschrokken omdat het volk hem voor een profeet hield.
Toen de dochter van Herodes echter op de verjaardag van Herodes voor het gezelschap danste, beviel zij hem
zo zeer dat hij een eed zwoer haar alles te zullen geven wat zij zou vragen.
Haar moeder had haar het antwoord inge­scherpt en daarom zei ze: &Geef mij, hier nog, op een schotel het hoofd van Johannes de Doper.’
Ofschoon dit de koning aan zijn hart ging wilde hij toch, ook wegens zijn tafelge­noten, zijn eed gestand doen en hij gelastte het te geven.
Hij gaf daarom opdracht Johan­nes in de gevangenis te onthoofden.
Zijn hoofd werd op een schotel binnen­gebracht.
Zijn leerlingen kwamen het lijk halen en begroeven het; daarna gingen zij het aan Jezus melden.