ind juni neemt de oude communiteit van Rotterdam afscheid van hun plek in het hart van de stad. Vijf dominicanen kijken terug naar hun tijd in 'deze stad Gods’ en zien welke uitdagingen er voor hun opvolgers liggen. Aflevering 5: Martin Vijverberg o.p.
Het afscheid van de broeders is op zondagmiddag 24 juni in de kerk van Het Steiger, in en na de vesperviering van 15.30 uur. Wees welkom! Lees meer.
Dominicanen Ben Vocking, Martin Vijverberg, Leo de Jong, Jan Vijverberg en Jan van Duijnhoven vormen de communiteit die eind juni wordt opgeheven, om plaats te maken voor een nieuwe communiteit in augustus. Wat hebben zij gedaan als predikers in het hart van Rotterdam? Hoe hebben zij de stad zien ontwikkelen? En wat wensen ze hun opvolgers toe?
Vlnr Leo de Jong, Jan Vijverberg, Ben Vocking, Jan van Duijnhoven en Martin Vijverberg
37 jaar geleden kwam ik naar Rotterdam, om er te wonen en te werken.
Toen mijn werk op het provincialaat zijn einde naderde (Martin was coprovinciaal van 1969-1973 en provinciaal van 1973-1981. Tussen 2001 en 2005 was hij opnieuw een periode provinciaal, red.), dacht ik na hoe en waar ik verder zou kunnen leven en werken als dominicaan.
De aanzet voor mijn antwoord ontdekte ik in een brief die ik niet lang daar voor naar alle medebroeders had geschreven. Daarin had ik er voor gepleit om waar wij ook werkten, in welke branche, hetzij theologie, pastoraat of in de zogenaamde derde weg, we actief op zoek zouden gaan naar de medemens en hun leven proberen te delen. Tot dan toe waren onze aandacht en inspanning er vooral op gericht de mensen te bewegen naar de kerk te komen; want wat wij in die jaren, maar ook al veel eerder, zagen, was dat mensen zich van de kerk verwijderden, een beweging die zich tot op de dag van vandaag doorzet.
Een van de gevolgen is dat veel kerkgebouwen worden gesloten en al dan niet afgebroken. Het zijn symbolen geworden van het voorbije rijke roomse leven.
'Ik kies voor de beweging die de Kerk voert naar de plekken waar mensen wonen en leven.'
Het lijkt er op dat de bisschoppen deze afbraak in hun beleid hebben opgenomen, maar niet om afscheid te nemen van het rijke roomse leven; eerder streven zij er naar dit leven te concentreren in één centraal kerkgebouw en daarmee de mensen te bewegen richting dat ene kerkgebouw.
Ik voor mij kies uitdrukkelijker voor die andere beweging die de Kerk voert naar de plekken waar mensen wonen en leven; ik ben niet tegen een centraal kerkgebouw, maar in de geest van de jonge kerk, pleit ik er voor samen te komen in een of ander huis en daar het brood te breken, en dan van tijd tot tijd ook samen te zijn in de “tempel” (cf.Handelingen 2,46). Het kerkgebouw sluiten mag niet tot gevolg hebben dat de lokale gemeenschap uiteenvalt.
Terug naar het begin van dit verhaal. Met deze gedachten in mijn hoofd zocht ik contact met Ben Vocking, die mede gedragen door mijn zorg en die van meerdere anderen en met instemming van de lokale bisschop in Peru, er voor koos niet moederziel alleen in Tocache te blijven. Terug in Nederland betekende voor hem niet afscheid genomen te hebben van de mensen voor en met wie hij in Peru had gewerkt; op een of andere manier wilde hij die zorg continueren en vorm geven.
De mariakapel van de Steigerkerk, waar de communiteit het koorgebed houdt.
Samen kozen we er voor naar Rotterdam te verhuizen en onze intrek te nemen in het huis van Blijdorp, de pastorie van de kerk van de H.Albertus, waar Jan Laan en Bona Latour woonden en werkten.
In de twintig jaar dat wij er met ons vieren en de laatste jaren met ons drieën samen woonden ontwikkelde er zich een pastorale en maatschappelijke zorg die zich concentreerde op het werken voor de vrede, samen met IKV en Pax Christi, op het werken voor en met migranten; op het samenwerken met de Vereniging voor vluchtelingen en het opvangen in onze communiteit met name van minderjarigen.
Ben Vocking en ik waren begonnen met ons te oriënteren in de stad met het oog op pastorale zorg voor mensen die weinig of geen aandacht kregen.
Met behulp van mensen die de stad in dit opzicht goed kenden vormde zich een groep die ons hielp bij het maken van de juiste keuze. Dat resulteerde in de keuze voor het pastoraat voor Surinamers. Hun pastor was ruim een jaar daar vóór gestorven. De gemeenschap werd nadien verder gedragen door een Surinaamse man en vrouw, die anderen om zich heen verzamelden; daarbij werden zij op bewonderenswaardige wijze gesteund door een zuster van de Filles de la Sagesse, zuster Mathia Jongen, voormalig missionaris in Congo, die de opstand daar van dichtbij en op pijnlijk voelbare wijze had mee gemaakt.
Martin Vijverberg o.p. in de huiskamer van het convent.
Deze mensen zagen Ben en mij graag komen. Ik heb dit werk graag gedaan; wij konden daarbij steunen op de medewerking van de Deken van Rotterdam, Laus van Oosterom en op een goed contact en wederzijdse inspiratie van een aantal andere pastores voor migranten en het landelijk centrum voor migrantenpastoraat.
Op deze wijze heb ik geprobeerd, geholpen door anderen, mijn oorspronkelijke inspiratie trouw te blijven. Na tien jaar wilde de Pastoor van de kerk van S.Albertus graag een jaar met sabbatverlof; daar was alles voor en niets tegen.
Alleen…wie gaat zijn functie overnemen. Niemand was beschikbaar. Omdat ik het sneu vond voor de mensen van de Albertuskerk, heb ik me toen voor de helft van de tijd aangeboden voor de opvolging, zodat ik ook de migranten niet in de steek hoefde te laten. Ben en ik hebben toen onze samenwerking in de Surinaamse parochie opgeschort.
Hiermee sluit zich het boek van mijn tijd in Rotterdam.
Na weer zes jaar bood Eric Osendarp zich aan voor dit werk in de parochie en dat gaf mij de gelegenheid op sabbat te gaan in de Verenigde Staten en later afgerond in Londen voor een studie over nieuwe religieuze bewegingen, die zich in die tijd steeds meer manifesteerden.
Bij terugkeer deed de Deken van Rotterdam een beroep op mij om een kleine geloofsgemeenschap in Lekkerkerk te ondersteunen. Ik heb dat graag gedaan. Door samenwerking met andere parochies heeft men inmiddels ook daar een nieuwe pastor; wel is men op mij blijven rekenen voor de feesten Kerstmis en Pasen. Daarnaast besteed ik in Rotterdam enige tijd aan de nazorg voor enige inmiddels meerderjarige vluchtelingen. Bovendien ga ik voor in de eucharistieviering op verschillende plekken in Rotterdam en elders.
Hiermee sluit zich het boek van mijn tijd in Rotterdam. Ik ben iedereen dankbaar die mij bij dit alles heeft geholpen, met name Jan Laan en Ben Vocking en de mensen met en voor wie ik heb gewerkt, en dat zijn er velen.
Martin Vijverberg o.p.
Foto’s: Arjan Broers
*
Het afscheid van de broeders is op zondag 24 juni in de kerk van Het Steiger, in en na de vesperviering van 15.30 uur. Wees welkom! Lees meer.
Eerder verscheen:
Deze stad Gods (1): Ben Vocking o.p.
Deze stad Gods (2): Jan Vijverberg o.p.
Deze stad Gods (3): Leo de Jong o.p.
Deze stad Gods (4): Jan van Duijnhoven o.p.
Met Jan Vijverberg en Leo de Jong.