e grondslag van de congregatie H. Catharina van Siena, dominicanessen van Voorschoten, is gelegd in Rotterdam, toen op 23 januari 1837 de gezusters Catharina en Columba Pinkers haar religieuze geloften aflegden in de handen van de provinciaal van de Orde der dominicanen, pater J. Raken.
Als eigenlijke stichtingsdatum houden wij 24 mei 1841 aan, de dag waarop de gezusters Pinkers met nog vier andere leden van de Derde Orde van St. Dominicus samen gingen wonen in een eigen Liefdegesticht te Rotterdam.
Zuster Catharina wordt beschouwd als de stichteres. Zij had de leiding en er ging veel inspiratie van haar uit. Liefde tot God en de mensen en een rotsvast vertrouwen op de voorzienigheid tekenden haar leven. Zij koos tot patrones van haar stichting de H. Catharina van Siëna, die in haar leven beschouwing en actie wist te verenigen.
Inzet
De eerste zusters zetten zich in voor arme kinderen, wezen en bejaarden. Zuster Catharina begreep al snel dat ook kinderen van beter gesitueerde ouders leiding en zorg nodig hadden. Met het onderwijs aan deze kinderen had zij een tweevoudig doel voor ogen. Zij wilde zo een financiële basis scheppen voor de liefdewerken ten behoeve van de armen, maar zij vond ook dat een deugdzame gegoede burger invloed uitoefent op de maatschappij.
De broeders dominicanen hebben vanaf het begin van de congregatie intensief met de zusters samengewerkt. Deze samenwerking heeft onze spiritualiteit sterk beïnvloed.
Groei
Er traden steeds meer jonge vrouwen toe en vanuit het moederhuis – dat naar Schiedam was verplaatst – werden in veel steden en dorpen kloosters gesticht. Deze waren autonoom en verantwoording verschuldigd aan de provinciaal van de dominicanen. Dit duurde tot 1872 toen de bisschop van Haarlem ingreep en de macht aan de provinciaal onttrok. Hij stelde de eerste Algemene Overste aan.
In 1876 werd het moederhuis in Voorschoten gevestigd. Tot 1924 bleef de congregatie bisschoppelijk. Op 2 maart van dat jaar werden we een congregatie van pauselijk recht.
In overeenstemming met het dominicaanse advies: contemplare et contemplata aliis tradere besteedden de zusters veel tijd aan gebed en meditatie om van daaruit de blijde boodschap te verkondigen. Dit werd gerealiseerd in het geven van onderwijs, het verplegen van zieken, de zorg voor ouden van dagen, wezen en voogdijkinderen.
In 1890 vertrokken enkele zusters naar de Nederlandse Antillen, waar gedurende honderd jaar onderwijs werd gegeven, zieken werden verpleegd en gehandicapten werden opgevangen. Bewogen door een grote liefde tot God en de medemens hebben de zusters zich gewijd aan deze taken, daarbij gesteund door de medezusters binnen het klooster die zorg droegen voor het goede verloop van de huishouding.
Met zusters van Voorschoten onder het grote bord met namen van overleden zusters van de congregatie.
Vernieuwing en verlies
De ontwikkelingen in kerk en maatschappij rond de jaren zestig van de vorige eeuw, als gevolg van een veranderd mens- en wereldbeeld deden binnen de kloostermuren haar invloed gelden.
Er werd gewerkt aan nieuwe vormen van religieus leven, er kwam meer aandacht voor zelfontplooiing, affectiviteit en relatie-vormen. Deze ontwikkelingen werkten bevrijdend maar gingen tevens met pijn en verlies gepaard. Op de in die jaren gehouden kapittels stonden betrokkenheid op het maatschappelijk gebeuren, optie voor de armen, gerechtigheid en vrede op de agenda en dit resulteerde in het beleid van de congregatie.
Veel zusters waren actief betrokken bij vredesbewegingen, Amnesty International en Derde-Wereld problematiek. Ook speelden zusters een rol bij het ontstaan en de verdere ontwikkeling van de Familia Dominicana en gingen zusters theologie studeren of werden opgeleid voor pastoraal werk.
01 — 03
Intussen nam het aantal roepingen af en na 1972 is er nog maar één zuster ingetreden. Daardoor zijn we nu een groep van over het algemeen zeer bejaarde zusters die haar spiritualiteit en religieus elan niet hebben prijsgegeven. Als congregatie hebben we onze apostolische activiteiten stuk voor stuk moeten loslaten. Toch zijn er enkele zusters die naar buiten toe activiteiten ontplooien, zoals in het werk van de Zonnebloem, het bezoeken van oude en zieke mensen, het pastoraat en het onderricht aan buitenlandse vrouwen.
Contemplatie en betrokkenheid
De laatste kapittels roepen ons op tot verdieping van het gezamenlijke en persoonlijke leven door het accent te leggen op contemplatie, op het stilstaan bij jezelf en bij elkaar, op het stil verwijlen bij God.
Binnen kerk en maatschappij behouden we als religieuzen een taak, niet door deel te nemen aan acties en activiteiten, maar door ons op de hoogte te houden van de ontwikkelingen in de wereld, te onderscheiden wat goed is en wat niet en dit alles in onze gebeden te gedenken.
We voelen onszelf een deel van de Dominicaanse beweging door ons lidmaatschap van D.S.I. (Dominican Sisters International) èn onze verbondenheid met de broeders, de zusters dominicanessen, de dominicaanse lekenbeweging Nederland.
Al kunnen we maar weinig bijdragen aan de ontwikkelingen daarbinnen, het is voor ons een bron van inspiratie dat er over de gehele wereld zusters, broeders en leken voortgaan in de geest van Dominicus en het geeft ons de moed vol vertrouwen op onze eigen wijze mee te blijven lopen in die stoet.
Jean-Marie v.d. Leeden o.p
Dominicanessen van de H. Catharina van Siena te Voorschoten
Huize Bijdorp
Veurseweg 3
2251 AA Voorschoten
tel. 071 – 561 2252
Algemeen overste: zr. Regina Plat o.p. (e-mail)