egen het eind van de twaalfde eeuw werd Hyacinthus geboren (met de naam Jacobus) uit een familie van adellijke afkomst, Odrowac, Polen.
Hij was een broer van de drie jaar oudere Ceslaus van Polen. Samen stonden zij bekend als ‘het slim en heilig stel’. Als kanunnik van de Kerk van Krakow ging hij naar Rome voor speciale studie in theologie en rechten. Daar leerde hij Dominicus kennen, van wie hij in 1220 het habijt van de Orde ontving.
Nog vóór de dood van Dominicus werd hij bestemd voor de evangelisatie van Noord-Oost Europa. Gedurende 36 jaar trok hij rond als een enthousiaste prediker, waarschijnlijk tot in Tibet toe, en stichtte talrijke kloosters, zoals in Polen (Gdansk) en Bohemen. Vooral werd hij bekend door zijn vele wonderen.
De traditie vertelt over hoe hij met enkele medebroeders tijdens een inval van de Tartaren een zwaar Mariabeeld en een monstrans droogvoets over de rivier Dnjepr bij Krakow trok (vandaar de afbeeldingen met in zijn armen de twee genoemde religieuze voorwerpen).
Hij stierf in het klooster van Krakow op 15 augustus 1257, werd zalig verklaard in 1527 en heilig verklaard door Paus Clemens VII op 17 april 1594. Hij bleef een veel vereerde ‘apostel en patroon van Polen’, maar is ook bekend en geliefd in Latijns-Amerika, zoals in Guayaquil (Ecuador) waar een groot heiligdom te zijner ere werd gebouwd.
+ Baltasar Hendriks o.p.