n 1988 begon het Dominicaans Studiecentrum voor Theologie en Samenleving. André Lascaris, op 6 juli 2017 overleden, stond aan het begin en was er lang een inspirator van. DSTS-directeur en vriendin Manuela Kalsky herdacht hem bij zijn uitvaart op 13 juli in Huissen.
door Manuela Kalsky
25 jaar geleden ontmoette ik André voor het eerst. Ik had gesolliciteerd op een vacature als stafmedewerker bij het Dominicaans Studiecentrum voor Theologie en Samenleving in Nijmegen en André zat in de sollicitatiecommissie. We werden collega’s.
André was de founding father van het DSTS. Het studiecentrum moest een vrijplaats worden, waar zonder inmenging van kerk en staat een bevrijdende theologie in de West-Europese context ontwikkeld zou worden – dominicaans, oecumenisch en bevrijdingstheologisch van snit, waar dominicanen en leken, mannen en vrouwen gingen samenwerken.
André stond de ontwikkeling van een theologie voor ogen die midden in de samenleving stond en die aansloot bij het dagelijks leven van mensen. In maart 1988 was het zover. Het kapittel had de plannen goedgekeurd en de verbouwde zolder van het Albertinum werd officieel in gebruik genomen door de eerste stafleden van het Dominicaans Studiecentrum voor Theologie en Samenleving: André Lascaris, Leo Oosterveen, Ad Willems en Hein Schaeffer.
Begin van het Dominicaans Studiecentrum voor Theologie en Samenleving, op het Albertinum. André Lascaris zit geheel links.
In het jaar dat mijn werk op het DSTS begon, verscheen André’s boek Het Soevereine Slachtoffer. Een theologisch essay over geweld en onderdrukking. De vraag die in dat boek aan de orde komt, bleek de rode draad in André’s leven en werk: hoe kunnen we vreedzaam samenleven en geweld overwinnen?
Zijn gids in het zoeken naar antwoorden was de Frans-Amerikaanse antropoloog, filosoof en literatuurwetenschapper René Girard. wiens werk André met zijn in 1987 verschenen boek Advocaat van de zondebok, als een van de eersten in Nederland introduceerde.
Het ging over de mimetische begeerte die ons gevangen houdt in het nabootsen van elkaar – met geweld tot gevolg en het creëren van zondebokken; de schuld die je daarmee op je laadt en de onvoorwaardelijke vergeving, die als een wonder het mimetisch patroon doorbreekt. Telkens weer keren deze thema’s in een nieuwe variatie en doordenking terug in zijn publicaties.
Maar behalve een Girardiaan, was André vooral een dominicaan, een prediker, die datgene wat hij uit zijn beschouwingen had opgedaan aan anderen wilde doorgeven, getrouw het adagium van de orde: contemplare et contemplata aliis tradere.
Onvermoeibaar trok André erop uit om in binnen- en buitenland lezingen te houden, workshops te geven en colleges te verzorgen. Daarnaast onderhield hij contacten met mensen die hij had getrouwd of van wie hij geliefden had moeten begraven, met wie hij had samengewerkt in de jaren dat hij actief betrokken was in het vredeswerk in Noord-Ierland en hij kon intens genieten van de gezelligheid van het samen eten met een goed glas wijn erbij.
Manuela Kalsky, André Lascaris o.p. en Leo Oosterveen o.p. in 1995.
André was belezen en als historicus wist hij gebeurtenissen in het hier en nu in een grotere context te plaatsen.
Maar meer nog dan van zijn boeken, hield hij van mensen en van hun verhalen. Hij luisterde naar hun wel en wee, hun levensvragen en dilemma’s en bracht ze in verband met verhalen uit de bijbel, met de relatie tussen vergelding en vergeving, om in het reine te komen met het verleden zodat ze zich weer konden openstellen voor heden en toekomst.
Of zoals hij dat in zijn boek Neem uw verleden op benoemde “hoe we in vrijheid met elkaar kunnen omgaan en in plaats van begraven te blijven in het verleden kunnen leven als ‘opgewekte’ en ‘opgestane’ mensen.” (p.13)
Dit boek is mij het dierbaarste van het omvangrijke theologische oeuvre, dat André achterlaat. Het ademt zijn pastorale wijsheid en zijn vermogen om als theoloog dicht bij de levens van mensen te staan en tastenderwijs antwoord te geven op hun ethische en levensbeschouwelijke vragen.
Het was pijnlijk om te zien hoe zijn ziekte hem steeds meer beperkte en uiteindelijk zijn werk op het DSTS onmogelijk maakte. Maar zijn wilskracht bleef ongebroken.
Hij moest en hij zou met de taxi naar de Girardkring in Amsterdam gaan, en al maanden van tevoren plande hij dat ik hem aansluitend op kon komen halen en wij dan gezellig samen bij mij gingen eten – hij met een glaasje port en de Opzij op de bank en ik kokend in de keuken.
En dan vertelde ik over wat er zo allemaal op het DSTS gebeurde en hoe het met de website Nieuwwij.nl was gesteld. Elke keer weer hield ik mijn hart vast wanneer hij de steile trap van drie hoog afdaalde om in de taxi te klimmen die hem weer terug naar Nijmegen bracht.
In de ochtend van 5 juli belden we nog met elkaar. André werkte aan een artikel voor het DSTS, maar het typen ging niet meer, zei hij met lichte paniek in zijn stem. Hij vertelde dat hij ’s avonds voor een afscheidsetentje naar Huissen zou gaan. Hij had er zin in en ik zei dat we daarna wel weer verder zouden zien, wat we doen met dat typen …
Hoe moeilijk ik zijn plotselinge overlijden ook vind, ik ben dankbaar dat hem de verdere aftakeling bespaard is gebleven. Op het DSTS rouwen wij om een grote dominicaanse theoloog, een dierbare collega en trouwe vriend. Moge de herinnering aan hem ons allen tot zegen zijn.
A Dieu, André.
Foto gemaakt tijdens een uitje met Manuela eind mei 2017.