eloof jij in God?’ zei een man bij een evenement. 'Wat een onzin.’
We kunnen uitrekenen hoeveel mensen afgelopen jaar iets over dominicanen kunnen hebben gehoord. Dat zijn er meer dan een miljoen. Maar we kunnen niet berekenen hoeveel mensen we hebben geraakt.
Bij veel ontmoetingen dacht ik aan het einde: nu begint het pas. Nu pas is er een contact op basis waarvan je een slag dieper kunt gaan – maar dan was het evenement al voorbij. In die zin was het hele project een vorm van precatechese, zoals het klassiek heet: het bewerken van grond in een tijd waarin kerk en geloof onbekend en onbemind zijn, of ronduit gewantrouwd wordt.
‘Geloof jij in God?’ zei een man bij een evenement. ‘Wat een onzin.’
‘Waar geloof jij in?’, zei ik.
‘In het leven’, zei hij.
Ik tikte zijn glas aan – met Zondagbier. ‘En wat maakt dat je denkt dat ik niet in het leven geloof?’, zei ik.
Wat ik dit jaar geleerd heb is hoe kwetsbaar je bent als prediker. Want als je uitreikt naar een ander, weet je nooit wat er bij die ander gebeurt, maar je weet zeker dat je zelf verandert.
Des te groter is mijn dankbaarheid voor de ruimte die jullie, zusters en broeders predikers, hebben geschapen om op deze manier het achtste eeuwfeest te vieren, en ook voel ik bewondering voor jullie meedoen, ook al was het soms schoorvoetend.
Jullie hebben jezelf laten kennen, niet om anderen te veranderen, maar vanuit het vertrouwen dat het goed is voor jullie, voor ons.
Het drong pas laat tot mij door hoe diepzinnig dit is. Want dit vertrouwen weerspiegelt wat we zeggen te geloven: dat God zelf zich te kennen geeft als een van ons.
Ik vind dat heel goed nieuws.
*
Zie voor de jubileumactiviteiten ook www.800jaardominicanen.nl/nieuws
Genomen uit een toespraakje van Arjan Broers over de jubileum-activiteiten.