oor de voormalige magister van de dominicanen gaat de boodschap van Kerstmis meer dan ooit over het delen van de kwetsbaarheid van het menselijk bestaan. Timothy Radcliffe schrijft in The Tablet over het leren omgaan met kanker en wat het hem leerde over sterfelijkheid – en geduld.
Timothy Radcliffe o.p.
In mei onderging ik twee operaties voor kanker in mijn mond, een ironische aandoening voor een lid van de Orde der Predikers.
Een paar weken later zat ik aan mijn bureau, proberend een achterstand aan onbeantwoorde emails weg te werken. Opeens werd ik overvallen door de realisering dat ik sterfelijk ben en dood moet gaan.
Ik ben aanwezig geweest bij vele sterfgevallen en heb tijd doorgebracht op veel plaatsen waar de dood heerste: Rwanda, Burundi, Syrië, Irak etc.
In theorie weet ik dat ik ook moet sterven, zoals ik ook weet dat onze kleine planeet op een dag wordt verzwolgen door de zon. Maar die ochtend, op een leeftijd van 71 – een beetje laat – werd ik me bewust van de eindigheid van mijn bestaan.
Dit is met name een westerse blindheid. In de roman Cutting for Stone van Abraham Verghese zegt de held: &Het was alsof in Ethiopië en zelfs in Nairobi mensen aannamen dat ziekte – zelfs een kleine of een ingebeelde – fataal was: ze verwachtten de dood.’
Mijn eerste reactie op mijn gevoel van sterfelijkheid was geen angst maar verdriet. Ik geniet van het leven en zag uit naar een oude dag waarop ik de jongere broeders met mijn verhalen kon vervelen.
Maar het was meer dan een bewustzijn dat mijn tijd opraakt. Net als een tekenfilmfiguur die over een klif rent en doorloopt tot hij naar beneden kijkt, heb ik het duizelingwekkende gevoel geen grond onder de voeten te hebben. Ik heb het niet nodig. Denys Turner schreef: &Tussen mijn bestaan en mijn niet-zijn is er enkel goddelijke liefde’.
Deze Kerstmis ben ik me als nooit eerder bewust dat de eeuwige God is gekomen om ons kwetsbare, sterfelijke bestaan te delen, opdat we zouden delen in zijn victorie over de dood. Ik kan naar beneden kijken, de afgrond zien en niet in paniek raken. Eeuwig leven is al begonnen, dus laten we er nu van genieten. Carpe Diem! Dat is de beste voorbereiding op de dood.
Er was nog een verschuiving in kijken die moeilijker uit te leggen is. Meestal zien we dingen vanuit ons standpunt. De Talmoed zegt dat we de wereld zien niet zoals de wereld is, maar zoals wij zijn. Ik kijk door de wereld door mijn ogen, maar die zullen er niet altijd zijn. Mijn perspectief op de werkelijkheid heeft geen privileges.
Dit boek is bij Kok in het Nederlands uitgegeven als &Waarom ik christen ben’.
Oude en zieke mensen kunnen erg egocentrisch worden, als ze alles zien in termen van wat zij nodig hebben. Maar we bereiden ons juist voor op de dood, of het nu snel komt of niet, door onze greep losser te maken.
Dorothy Day schreef: &Wat is het moeilijk om te sterven, wat is het voor sommigen hard werken: een lange worsteling om geboren te worden in het eeuwige leven’.
Er is zo veel dat losgelaten moet worden: mensen die we liefhebben, gezondheid, schoonheid, tanden en haren, leven. Misschien het moeilijkste is het loslaten van het idee dat je het centrum van de wereld bent. Ik ben niet het &stille middelpunt van de draaiende wereld’.
God werd vlees en zag de wereld door de ogen van het kind van een onbelangrijke ambachtsman in een land dat bezet werd door een onderdrukkende macht.
Heb ik de moed om me voor te stellen hoe het is om een vluchteling uit Syrië te zijn, of een jong mens met een nulurencontract? Of zelfs iemand die op Trump stemde? En dan dat te zien zonder het te willen bezitten?
Annie Dillard schreef in haar boek Pilgrim at Tinker Creek: &Leer te zien wat er is zonder het te willen hebben, vullen, bewaren, fotograferen. Laat het zichzelf tonen … er is een soort zien dat een loslaten impliceert. Als ik zo kijk, sta ik leeg en aan de grond genageld.’
Het moeilijkste van deze maanden is het leren wachten.
Van nature ben ik ongeduldig. Ik houd van vroeg opstaan, met zin om aan preken en artikelen te gaan werken, klaar om mensen te spreken. Mijn broeders en vrienden zeggen me altijd dat ik moet vertragen.
Ze hebben gelijk, maar ik geniet van mijn drukke leven. Sinds ik echter die brok in mijn keel ontdekte, heb ik weken doorgebracht in wachtruimtes, wachtend op afspraken, op een biopsie en de uitslagen, op operaties, op naar huis mogen om weer aan het werk te mogen gaan …
Ik probeer te leren om verwachtingsvol te wachten. Er is een verschil tussen het gespannen, ongeduldige wachten van een druk mens die zich afvraagt waarom degene voor hem in de rij zijn of haar portemonnee niet kan vinden, en een stel dat een kind verwacht.
Zij wachten actief, zich voorbereidend op de komst van hun kind, met een cursus voor aanstaande ouders, het klaar maken van een kamer, het kopen van een wieg en kinderwagen. Ze maken alvast plaats voor degene die komt. Dit is een wachten dat ruimte heeft voor geschenken.
Verwachtingsvol wachten op de komst van Christus – met Kerstmis, aan het einde van je leven of aan het einde van de tijd – is geen kwestie van dingen geregeld krijgen. We bereiden ons voor op het ontvangen van een geschenk. We proberen te leven als mensen aan wie Gods vrede en vreugde is gegeven.
Paulus zegt dat we &geschapen zijn in Christus Jezus, om in ons leven de goede werken te doen die God voor ons heeft bereid, opdat wij daarin zouden leven’ (Efeziërs 2:10).
Deze goede werken hebben geen doel, behalve zichzelf. Terry Eagleton schrijft: &De beste daden zijn degene die gedaan zijn alsof ze iemands laatste waren, en die dus niet gedaan zijn om iets te bereiken, maar omwille van zichzelf’.
Ik hoop dat ik mag leren wachten op Gods handreiking, door te doen wat er vandaag aan goede dingen te doen zijn, ook al stonden ze misschien niet in mijn agenda.
Mijn prognose is goed. Maar of ik nog lang zal leven of niet: deze ziekte is een zegen. Ik hoop dat mijn hart een beetje wijzer en dankbaarder is geworden. Het is oké om boven een afgrond te hangen met niks onder mijn voeten.
Een song in Leonard Cohens laatste album bevat de woorden: &I’m ready, my Lord’.
Ik ben het bijna!
*
Dit is de iets ingekorte vertaling van een artikel in The Tablet van Timothy Radcliffe, dominicaan in Oxford en voormalig magister van de Orde.
Dit is het eerste nummer van het album dat de onlangs overleden Canadese zanger Leonard Cohen vlak voor zijn dood uitgaf. Hij zingt erin: Hineni (hier ben ik, Hebreeuws), I’m ready my Lord.