16 December 2015

'Ik had Amir kunnen zijn en hij mij'

Ga naar overzicht

Deel op:

ntmoeting laat zien dat niet alle vraagstukken problemen zijn.

door Thijs Caspers

Hoe vinden we met elkaar de juiste maat? Hoe doorbreken we machteloosheid?

Het begin van een antwoord kwam ik afgelopen weekend op het spoor. In de Stevenskerk te Nijmegen was een grote bijeenkomst voor vluchtelingen en Nijmegenaren die zich betrokken weten. Met eten en muziek werden zij samengebracht.

Mijn vriendin Barbara en ik waren onder de Nijmegenaren die als taxi fungeerden tussen de vluchtelingenopvang Heumensoord en de Stevenskerk. We ontmoetten tussen de meute mensen voor het kamp twee volwassen mannen en een kind. Amir, een leraar Arabisch uit het westen van Syrië met zijn zoontje Ghassan, en Basim, een apotheker uit het noorden van het land. Hij drukte zich uit in Nederlandse woordjes die hij allerijverigst aan het leren was.

Gedurende de middag kreeg het abstracte vraagstuk van de vele vluchtelingen voor mij een gezicht in de vorm van Amir, Ghassan en Basim. Alsof een afstandelijk en technisch probleem je onder de huid kruipt, en je je realiseert dat het bewoond wordt door mensen die eigenlijk niet heel veel verschillen van jezelf.

Ik had Amir kunnen zijn en hij mij.

Eenmaal terugrijdend naar Heumensoord hoorden we dat deze mannen gezinnen hebben. Waar zij zijn – en óf ze er nog zijn – lieten we onbesproken. Althans voor nu. Volgende week komen ze bij ons eten. Of beter gezegd: schuiven wij aan, want ze willen Syrisch voor ons koken.

Zulke ontmoetingen zijn volgens mij het begin van een antwoord. Niet omdat ze plotsklaps alles oplossen, maar omdat ze laten zien dat vraagstukken niet altijd problemen zijn.

*

Deel uit het blog van theoloog en lekendominicaan Thijs Caspers op de website van het Cobbenhagecentrum van de Tilburgse Universiteit. Klik hier voor de hele tekst.

Beeld van de bijeenkomst van ‘Make it happen’. Klik op de foto voor een reportage van Omroep Gelderland.