rij snel na de publicatie van de brochure Kerk en Ambt, op 31 augustus, gaf de Rotterdamse priester en theologiedocent dr. Kees van Vliet een uitgebreide reactie. Van Vliet toonde begrip voor de zorg van de dominicanen voor de kerk in Nederland, maar gaf ook kritiek. Ad Willems o.p., co-auteur van de brochure, reageert.
De ‘kritische reactie’ van dr. C.J.M. van Vliet op het rapport Kerk en ambt van de dominicanen verdient een passend weerwoord. Hij verliest zich niet in onheuse kwalificaties maar probeert aan te tonen waarom hij het niet met ons eens is.
Wat is kerk?
Duidelijk is, dat alle elementen van zijn kritische reactie samen hangen met het door hem gehanteerde kerkbegrip. Het is hem bekend dat de teksten van het Tweede Vaticaanse concilie op dit punt aanleiding gaven en geven tot uiteenlopende interpretaties zoals ook het dominicaanse geschrift al vermeldde. In zijn boek over de kerk waar hij naar verwijst (Kerk met twee ogen) blijkt hij daarvan op de hoogte. Het gaat vooral om twee stromingen. De eerste wenst de ‘klassieke wegen’ van de vorige eeuw te blijven volgen zoals mgr. Philips het formuleerde. De tweede ‘vertoont een grotere openheid voor de hedendaagse stromingen’.
Een copernicaanse wending
In zijn boek markeert van Vliet zelfs het ogenblik waarop deze beide stromingen tijdens het concilie duidelijk uit elkaar gingen. Dat gebeurde tijdens de besprekingen over de kerk-constitutie ‘Lumen gentium’. De Belgische kardinaal Suenens bepleitte de invoeging van een nieuw hoofdstuk in de ontwerptekst. Hij stelde voor een nieuw hoofdstuk over ‘Het Volk Gods’ te laten voorafgaan aan het hoofdstuk over de hiërarchie en het episcopaat.
Van Vliet taxeert dit als een forse wending in de lange geschiedenis van de leer over de kerk. Hij zegt daarover: ‘Nadat eeuwenlang – vanaf de twaalfde eeuw – het kerkelijk ambt, de kerkelijke structuur en de prerogatieven van de paus met zijn curie op de voorgrond hadden gestaan, werd nu de gemeenschappelijke waardigheid en zending van alle gelovigen op de eerste plaats gezet’ (t.a.p.42). Het is volstrekt begrijpelijk en volkomen terecht, dat van Vliet hier van een ‘copernicaanse wending’ spreekt. Totaal onbegrijpelijk is, dat hij dan later meldt, ‘dat de verbondsstructuren, in het bijzonder de sacramenten en de kerkelijke ambten, evenals de Schriften, aan de kerk voorgegeven zijn’ (t.a.p.98).
‘Ambt en kerk’ of ‘Kerk en ambt’?
Om deze kardinale kerkopvatting cirkelt het nu ook in de kritiek van Van Vliet op het geschrift van de dominicanen. Zij (wij!) kiezen ervoor om de copernicaanse wending van het Tweede Vaticaanse concilie zo lang mogelijk in leven te houden.
Wij proberen te voorkomen dat het hier om een ‘vergeten stap’gaat, zodat wij, na het Tweede Vaticaanse concilie, toch weer in het ancien regime zouden moeten terugvallen, een regime dat van Vliet terecht omschreef waarbij ‘het kerkelijk ambt, de kerkelijke structuur en de prerogatieven van de paus met zijn curie’ weer voorop blijven staan.
Wij zijn van mening dat de ambten en dus ook het priesterschap niet ‘aan de kerk voorgegeven’ zijn, zoals van Vliet meent. Het gaat in de eerste plaats om ‘de gemeenschappelijke waardigheid en zending van alle gelovigen’. Daarom precies is het hoofdstuk over ’Het Volk Gods’ op het concilie voor het hoofdstuk over ’De hiërarchie’ ingelast. Daarom ook is de titel van ons geschrift niet ‘Ambt en kerk’ maar ‘Kerk en ambt’.
Geloven en gehoorzamen
Vanuit die copernicaanse wending hebben we weinig aandacht geschonken aan ‘recente gezagvolle documenten en gezagvolle kerkelijke organen als bisschoppensynodes’.Dit tot ongenoegen van Van Vliet. Geloof is echter wezenlijk iets anders dan gehoorzamen aan ‘gezag’. Het oude regime in de kerk stond of viel met een kinderlijke eerbied voor gezag en gezagsdrager. Daarom was en is het instituut kerk als een ‘klerikaal’ orgaan bevreesd voor de moderniteit. Dit slechts terzijde. Om toch een keer naar een ‘gezagvolle’ bisschoppensynode te verwijzen het volgende.
Volk Gods of Mysterie?
In 1985 werd een bijzondere bisschoppensynode in Rome bijeengeroepen om de doorwerking van het Tweede Vaticaanse concilie te evalueren. Op instigatie van kardinaal Ratzinger werd de aanduiding van de kerk als ‘Volk Gods’ gaandeweg overschaduwd door de aandacht voor de kerk als ‘Mysterie’. Dit tot groot ongenoegen van een groot aantal bisschoppen. Niet ten onrechte vreesden zij dat de Romeinse curie het aardse, historische aspect van de kerk als volk Gods naar het tweede plan verschoof onder een mystieke dekmantel.
In mijn afscheidsrede aan de theologische faculteit van Nijmegen heb ik dit uitvoeriger gesignaleerd (De kerk, een mysterie, Nijmegen 1986). Dr. van Vliet heeft dit wel in zijn literatuurlijst van zijn boven genoemd boek opgenomen maar er verder het zwijgen toegedaan. Een niet zo malse beoordeling van de gang van zaken op die synode gaf ook José Comblin in zijn studie People of God (New York 2004 ). Vooral in hoofdstuk 4 (p.52 – 62) maakt hij duidelijk dat het doel van de synode was een terugkeer naar de kerkopvatting van vóór het Tweede Vaticaans concilie.
Ad Willems O.P.