eel grote verhalen zijn verwaaid, waaronder ook de christelijke. Tegelijk wordt er alom over religie gesproken. In zijn nieuwe boek gaat theoloog Ad Willems o.p. in op de relatie tussen religie, geloof en kerk.
Veel grote verhalen zijn verwaaid. De oude zuilen verloren hun aantrekkelijkheid en daarmee ook hun draagkracht. Hetzelfde geldt voor de oude centrale woorden van het christendom zoals god, Christus en kerk. Zij zijn ingevroren en hebben naar het gevoelen van velen hun uiterste houdbaarheidsdatum overschreden.
Tegelijkertijd blijken de oervragen zich nu weer op te dringen. Van alle kanten ondernemen mensen, privé en gezamenlijk, pelgrimages en zoektochten. Op het woord religie rust niet langer een taboe. Integendeel: deftige kranten, populaire TV-programma’s en zelfs de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid kunnen niet meer zonder.
Hoogste tijd om de samenhang en vooral het onderscheid tussen religie, geloof en kerk aan de orde te stellen. Misschien hebben mensen als Eckhart en Schleiermacher en – dichterbij – ook Abel Herzberg en Jellema ons al een richting gewezen.
Ad Willems (Rotterdam, 1926) is dominicaan en emeritus hoogleraar van de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij publiceerde o.a. Terug naar de ervaring (1980) en talrijke artikelen in vaktijdschriften, het Tijdschrift voor Geestelijk Leven en De Bazuin, de voorganger van Volzin waarvan hij ook redactielid was.
Uitgegeven door Valkhof Pers